Dit weekeinde lever ik mijn tekst in voor mijn boek met homoseksuele en humanistische levensherinneringen. Dit zijn dus spannende dagen voor mij! In blogbericht 137 plaatste ik als voorpublicatie al de inleiding van mijn boek. Hieronder een bewerking van een eerdere voorpublicatie die heel veel gelezen is in Rusland en Oekraïne. Vermoedelijk omdat het laat zien hoe sommige kerken proberen hun aanhang veel groter voor te stellen dan die in werkelijkheid is. In de komende anderhalve maand kan er nog wat aan de teksten worden veranderd. Op 15 juni 2016 gaat de uiteindelijke tekst naar de uitgever en als alles goed gaat dan verschijnt het boek eind dit jaar.
Verhullende statistieken
In het dagblad Trouw van 11 oktober 2014 schreef Boris van der Ham, voorzitter van het Humanistisch Verbond, een behartigenswaardig artikel onder de titel "Religieuze kaart CBS deugt niet". Hieronder enkele aanhalingen.
"Het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceerde recent de
'religieuze kaart van Nederland'. Dit onderzoek hapert op veel punten". Hij noemt het feit dat alle, onderling zeer verschillende, islamieten op één hoop worden gegooid terwijl dat bij de christenen niet gebeurt.
"Nog
onzorgvuldiger wordt omgesprongen met niet-religieuze Nederlanders. Net
als eerder bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, worden zij als een
amorfe groep behandeld: 47 procent van de Nederlanders! (...) Ook in
andere landen wordt de groep niet-gelovigen groter en diverser: na het
christendom en de islam zijn de 'ongebonden' wereldburgers de op twee na
grootste levensbeschouwelijke groep in de wereld, nipt voor het
hindoeïsme. (...) Humanisten en atheïsten hebben herhaaldelijk gevraagd
naar een modernisering van de levensbeschouwelijke categorieën.
Tevergeefs. Voor een goed begrip van onze samenleving moeten we de
werkelijkheid als uitgangspunt nemen. Als de helft van de Nederlandse
levensvisies stelselmatig wordt overgeslagen, levert dat scheve
onderzoeks-resultaten op. Het wordt tijd de 50 procent 'niet-gelovigen'
een gezicht te geven."
Als toenmalig voorzitter van
het Humanistisch Verbond (1977-1987) heb ik er inderdaad herhaaldelijk
op aangedrongen dat er een einde komt aan de verhullende statistieken
van onder andere CBS en SCP. Hieronder geef ik enkele voorbeelden die
terug te vinden zijn in het boek van Bert Gasenbeek en Floris van den Berg: Rob Tielman, een begeesterd humanist (Breda 2010). De nummers van de bladzijden verwijzen naar dit boek.
Humanisme genegeerd
In 1983 schreef ik samen met Joos Sinke in het humanistisch wetenschappelijk tijdschrift Rekenschap: "Eén
van de ernstigste verwijten die men Nederlandse sociale onderzoekers
mag maken is, dat zij bijna stelselmatig het bestaan van het humanisme
als geestelijke stroming genegeerd hebben. Een zeer kwalijk voorbeeld
daarvan is Goddijn die het gepresteerd heeft om in een
herhalingsonderzoek in 1979 het humanisme te 'vergeten', terwijl het
eerste onderzoek al aangetoond had dat in 1969 9% van de mannen, en 5%
van de vrouwen humanist waren. Men stelle zich eens voor dat een
onderzoeker een geestelijke stroming met vergelijkbare omvang zoals de
gereformeerden weggelaten zou hebben: een storm van kritiek zou
losbarsten! Maar nu kwamen alleen protesten van humanistische zijde.
Zoals
Van Praag het heeft uitgedrukt: 'Wat daar tegen het humanisme aan
onkunde, geborneerdheid en hooghartigheid wordt uitgespeeld grenst aan
het ongelooflijke. Niet dat humanisten in de geestelijke begeleiding een
claim leggen op wie dan ook; mondige mensen laten zich niet claimen en
humanisten willen dat niet. Maar humanisten aanvaarden het ook niet dat
christenen een monopolie van geestelijk leven opeisen, dat in de
geestelijke werkelijkheid geen grondslag heeft.' " (Blz. 72).
Humanisme niet meer weg te denken
In 1986 schreef ik in Rekenschap: "Kon
in 1966 nog 7% tot de humanistische stroming gerekend worden, in 1978
was dat gestegen tot 14%, in 1983 tot 18% en in 1985 tot 23%. Als men
bedenkt dat in 1982 de katholieke stroming 29%, de hervormde 16% en de
gereformeerde 8% van de volwassen bevolking omvatte, dan zal het
duidelijk zijn dat de humanistische stroming uit de Nederlandse
samenleving niet meer weg te denken valt (hoewel veel sociale
onderzoekers dat nog steeds trachten)." (Blz. 126).
Ontkerkelijking
In 1987 stelde ik in mijn oratie "Humanistische sociologie: een paradox als paradigma" (Utrecht 1987): "Onlangs
gepubliceerd onderzoek naar ontkerkelijking en verzuiling maakt
duidelijk hoezeer de officiële statistieken op dit gebied achterlopen
bij de feitelijke maatschappelijke ontwikkelingen.
Rekende
in 1960 nog ongeveer 80% van de bevolking zich tot een kerkgenootschap,
nu, in 1987, blijkt bijna de helft van de Nederlandse volwassenen
buitenkerkelijk. De laatst-gehouden volkstelling (uit 1971) registreert
25% buitenkerkelijken: bijna de helft van wat er nu aan
buitenkerkelijken blijkt te bestaan. In een aantal grote gemeenten
blijken er twee tot drie keer meer buitenkerkelijken te wonen dan de
gemeentelijke bevolkings-administraties hebben geregistreerd. Die
registraties blijken veel meer de kerkelijke gezindte van de ouders bij
de geboorte van hun kinderen weer te geven dan de huidige situatie onder
de inmiddels volwassen geworden kinderen, waardoor deze registraties
een generatie achterlopen. Mede omdat deze cijfers doorwerken in de
verdeling van onderwijsvoorzieningen, blijken grote delen van ons land
(vooral in het westen en zuiden) meer dan 20% ondervertegenwoordiging
van het openbaar en algemeen bijzonder onderwijs te kennen." (Blz. 137).
Humanisme als hoofdstroming in Nederland
In 2008 schreef ik samen met Bert Gasenbeek in het tijdschrift Civis Mundi in het artikel "Humanisme: de hoofdstroming van Nederland": "Het
klassieke misverstand in godsdienstsociologisch onderzoek is dat het
kerklidmaatschap (meestal opgelegd door geboorte!) als richtinggevend
model voor andere geestelijke stromingen wordt gehanteerd. Het is dus
niet voldoende om een simpele vraag te stellen naar iemands godsdienst
of kerklidmaatschap omdat dit niets zegt over de daadwerkelijke
affiniteit met een geestelijke stroming. Er moet een duidelijk
onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds georganiseerde godsdienst en
levensbeschouwing (beweging) en anderzijds achterliggende geestelijke
opvattingen (stroming).
Doet men een dergelijk
onderzoek waarbij niet alleen met etiketten wordt gewerkt maar ook met
achterliggende opvattingen en daadwerkelijk gedrag, dan blijkt dat 40%
van de volwassen Nederlanders zich verwant voelt met het humanisme, dat
10 tot 15% gebruik maakt van humanistische voorzieningen en dat 13% het
humanisme van doorslaggevend belang vindt voor de toekomstige
ontwikkeling van de samenleving tegen 12% voor het protestantisme, 9%
voor het katholicisme en 8% voor de islam." (Blz. 204). Daar komt
nog bij dat het aantal islamieten in Nederland stelselmatig te hoog werd en wordt
ingeschat: zie mijn blogbericht over Turkse troebelen. Er wonen in Nederland geen miljoen islamieten maar enkele honderdduizenden minder.
Verhullende statistieken
Dit
gesjoemel met statistieken door godsdienstsociologen heeft er onder
andere toe geleid dat twee derde van het Nederlandse basis- en voortgezet
onderwijs godsdienstig is en maar een derde openbaar of vergelijkbaar
pluriform onderwijs is, terwijl dat eerder andersom zou moeten zijn. Toch is maar de vraag of het verhullen van
feiten gunstig is geweest voor de kerken. In de eerste plaats werden de
grote kerken hierdoor lang in slaap gesust en toen de feitelijke
ontkerkelijking niet meer te ontkennen viel, was het al te laat om de
ontwikkeling te stuiten als dat al mogelijk was geweest.
In
de tweede plaats heeft de oververtegenwoordiging van godsdienstig
onderwijs een averechts gevolg gehad. Op 7 december 2012 schreef ik in
blogbericht 23 over mijn onderwijsverleden: "Sociologen
vragen zich wel eens af hoe het komt dat tweederde van de Nederlanders op
katholieke of protestante scholen heeft gezeten terwijl in feite maar eenderde van de
Nederlanders kerkelijk blijkt te zijn. Ik vermoed op grond van mijn eigen
ervaring dat het godsdienstig onderwijs een weerstandswerver tegen
godsdienst moet zijn geweest."
Ik ben het dus geheel met Boris van der Ham eens dat een einde moet komen aan de eenzijdige aandacht voor de godsdiensten en aan het verhullen van de niet-godsdienstige levensbeschouwingen!
Naschrift:
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.
Naschrift: in mijn blog plaats ik onder andere conceptteksten voor mijn
memoires die eind 2016 als boek zullen verschijnen. Mijn eigen
blogteksten zal ik niet steeds als citaat aanhalen. Dat doe ik wel met
het aanhalen van eigen teksten die elders zijn verschenen, met
bronvermelding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten