zaterdag 25 maart 2017

187. Regeringsvorming in Nederland (1)

Omdat twee derde van mijn lezers in het buitenland wonen, is het belangrijk om eerst uit te leggen hoe regeringsvorming na verkiezingen in het Nederlandse poldermodel werkt. In veel democratisch geregeerde landen geldt de opvatting dat de grootste partij zou moeten gaan regeren. Dat is gebaseerd op de misvatting dat democratie soms een dictatuur van de meerderheid zou mogen zijn. Omdat Nederland eeuwenlang een land van minderheden is geweest, werkt dat hier heel anders. Dit is bovendien een oorzaak waarom de Nederlandse humanistische en homo/lesbische bewegingen wereldwijd voortrekkers waren. 

De oorsprong van het poldermodel
In Nederland woont het grootste deel van de bevolking onder de zeespiegel. Dat bevordert het besef dat men een welbegrepen eigen- en gemeenschappelijk belang heeft om samen te werken met het doel de dijken voldoende hoog te houden. Het belang van samenwerking remt de neiging af om één groep de macht te geven om over andere groepen te heersen, want de strijd tegen het water vraagt om een breed draagvlak. Dat kan alleen maar als men er naar streeft om oplossingen te vinden die door zoveel mogelijk mensen gedragen worden. Dat leidt meestal tot langdurige besluitvorming. Het Nederlands kent daarvoor de oude uitdrukking 'op z'n elfendertigst'. Dit verwijst naar de elf steden en dertig grietenijen (regio's) in Friesland die eerst geraadpleegd moesten worden voor er toen een rechtsgeldig besluit werd genomen. Zie voor de eeuwenlange (van oorsprong Friese) geschiedenis van ons poldermodel mijn blogbericht 16: Hans Brinker and a finger in a leaking dike en mijn vlogbericht 9: Friezen uitvinders van het poldermodel.

Einduitslag verkiezingen 2017
Op 22 maart 2017 kwam de Kiesraad met de einduitslag van de verkiezingen van 2017. Er deden 28 partijen aan mee. Daarvan haalden 13 de kiesdeler van ruim 70.000 stemmen. De opkomst was 81,9%. Wie nu nog klaagt over 'de kloof tussen kiezers en gekozenen', was te lui om ofwel een eigen partij te beginnen ofwel te stemmen. Dit stelsel van evenredige vertegenwoordiging in 150 zetels weerspiegelt de maatschappelijke verhoudingen beter dan welk ander stelsel dan ook. Zie mijn blog: 'De kloof' bestaat niet in Nederland.

Omdat het aan buitenlanders vrijwel onmogelijk is om de verschillen tussen alle partijen uit te leggen, breng ik ze onder in groepen. Die overlappen elkaar soms maar ik kan de ingewikkelde werkelijkheid niet makkelijker maken dan zij is. De oude VVD-PvdA-coalitie verliest 37 zetels en komt op 42 zetels. Dat is opmerkelijk laag voor een coalitie die de economische crisis heeft overwonnen. Op de verklaringen voor dit verlies kom ik hieronder terug, met behulp van het poldermodel. Het helpt een beetje als je de geschiedenis kent.

Links (SP-PvdA-GroenLinks) verliest 20 zetels en komt nu op 37 zetels. De progressieve partijen (D66-PvdA-GroenLinks) verliezen 12 zetels en komen op 42 zetels. De christelijke partijen (CDA-CU-SGP) winnen 6 zetels en komen op 27 zetels. Rechts (VVD) verliest 8 zetels en komt op 33 zetels en is daarmee de grootste partij. Die partij mag daarom het voortouw nemen bij de kabinetsformatie. Als het die partij niet lukt om een meerderheid te vinden dan kan een andere partij dat proberen. De extreem-rechtse partijen (PVV-FvD) winnen 7 zetels en komen daarmee op 22 zetels. Dat veel buitenlandse media dachten dat zij deze verkiezingen zouden winnen, bewijst hoe weinig zij van de Nederlandse politiek hebben begrepen. Zie mijn blog: Populismegolf gestopt in Nederland. Tenslotte zijn er nog 3 kleinere partijen met samen 12 zetels die niet in bovengenoemde clusters passen.

Waarom kreeg de regerende coalitie van VVD en PvdA zo weinig stemmen?
Tijdens de vorige verkiezingen en regeringsvorming (in 2012) werd op meerdere punten in strijd gehandeld met de ongeschreven regels van het hierboven beschreven poldermodel. De indruk werd gewekt dat de verkiezing een strijd was tussen twee partijen alsof de één of de ander zou gaan regeren. Het verschijnsel meerderheidspartij was in de Nederlandse geschiedenis nog nooit voorgekomen omdat altijd een coalitie van minderheden gevormd moesten worden. Toen na de verkiezingen de tegenstanders gedwongen waren om met elkaar te regeren omdat er anders geen meerderheid te vinden was, werd dat door veel kiezers als kiezersbedrog ervaren. Bij de verkiezingen van 2017 werd die fout hersteld omdat vanaf het begin duidelijk was dat een veelpartijencoalitie noodzakelijk was.

De tweede fout in 2012 ontstond omdat men onder grote tijdsdruk stond door de ernstige economische crisis. Daarom werd gekozen voor een uitruilstelsel: beide partijen konden op bepaalde punten hun eigen opvattingen doordrukken omdat de andere partij dat op andere punten kon doen. In poldertermen: de een mocht de dijk verlagen omdat de ander elders de dijk mocht verhogen. Dat verzwakt de polder. Zo ontstond er geen gemeenschappelijk draagvlak en bleef er onvrede over wat er wel bereikt werd. Dat leidde tot de paradox dat Nederland tot een van de gelukkigste landen ter wereld behoort waar men tegelijkertijd zeer ontevreden is. In het volgende blogbericht 188, Regeringsvorming in Nederland (2), bespreek ik wat het divagedrag van veel Nederlandse politici en kiezers hiermee te maken heeft.


Naschrift. Dit blogbericht past in mijn blogserie over de Nederlandse verkiezingen en de gevolgen ervan. Daarin verschenen eerder de blogberichten 179, Moreel leiderschap: wat is dat?, nummer 180, Referendum? Schijnvertoning! (2), nummer 181, De anti-elite-paradox, nummer 182, 'De kloof' bestaat niet in Nederland, nummer 183, "Wij worden niet gehoord!": klopt dat wel? en nummer 184, CDA-aanval op zelfbeschikking. Het laatstgenoemde blogbericht is hiervan het meest gelezen. Zie voor mijn reactie op de uitslag van de verkiezingen blogbericht 186, Populismegolf gestopt in Nederland, 188, Regeringsvorming in Nederland (2), en 189, Regeringsvorming in Nederland (3).