donderdag 8 januari 2015

76. Blogpauze (2)

Op 28 december 2013 schreef ik over mijn eerste blogpauze dat het schrijven voor mijn blog helaas het schrijven aan mijn memoires in de weg zit. Dat is nog steeds zo. Want mijn bloglezers hebben een grotere belangstelling voor het bespreken van actualiteiten dan voor voorpublicaties uit mijn beoogde boek met levensherinneringen. De planning is dat dit boek zal verschijnen rond mijn zeventigste verjaardag midden augustus 2016. Omdat ik met het schrijven nu nog maar gevorderd ben tot 1972 heb ik het komende jaar hard nodig om de nodige voortgang met het boek te maken. Daarom kondig ik nu een tweede blogpauze aan tot het einde van januari 2015 om een inhaalslag te maken.

Blog en boek
In mijn vorige blogbericht schreef ik dat de meeste bloglezers meer belangstelling hebben voor mijn persoonlijke homogeschiedenis dan voor mijn verleden in zowel de humanistische beweging als in het (openbaar) onderwijs. Blog en boek hebben vermoedelijk verschillende doelgroepen. Ik zal in mijn blog daarom doorgaan met het bespreken van actualiteiten, al dan niet gekoppeld aan mijn ervaringen uit het verleden. In mijn boek zullen humanisme en (openbaar) onderwijs een belangrijkere rol gaan spelen dan in mijn blog.

Levensherinneringen in één verhaallijn
Aanvankelijk dacht ik in mijn beoogde boek mijn levensherinneringen in drie gescheiden verhaallijnen te vertellen rond homoseksualiteit, humanisme en (openbaar) onderwijs. Maar de gebeurtenissen uit het verleden blijken onderling zo verweven te zijn dat dit veel herhalingen en verwijzingen oplevert. Daarom worden de levensherinneringen in het boek nu in tijdsvolgorde beschreven. Ik heb van enkele lezers al verzoeken gekregen waarover zij graag wat meer willen lezen in mijn boek. Dergelijke 'verzoeknummers' kunnen worden doorgegeven via mijn postbus robtielman46@gmail.com.

Homo(auto)biografieën
De homo-autobiografie die ik voor het eerst las en die een heel grote indruk op mij heeft gemaakt, was Christopher and His Kind van Christopher Isherwood uit 1976. Het boek liet heel goed vanuit de persoonlijke levensgeschiedenis de samenhang zien met de opkomende homovervolging in het Berlijn van de jaren dertig. In het Engels zijn heel veel dergelijke biografieën verschenen. In het Nederlands bitter weinig. De belangrijkste zijn volgens mij: Bert Boelaars, Benno Premsela 1920-1997 Voorvechter van homo-emancipatie (Bussum 2008); Klaus Müller & Judith Schuyf (red.), Het begint met nee zeggen. Biografieën rond verzet en homoseksualiteit 1940-1945 (Amsterdam 2006); Judith Schuyf, Tiemon Hofman, vervolgd homoseksueel en avonturier (Amsterdam 2003) en Theo van der Meer, Jonkheer mr. Jacob Anton Schorer (1866-1957) Een biografie van homoseksualiteit (Amsterdam 2007). Het belang van dergelijke biografieën is dat zij bijdragen aan de ontwikkeling van homo/lesbische identiteiten in een wereld waarin heteroseksualiteit de vanzelfsprekende norm is. Voor wie meer hierover wil lezen, verwijs ik naar twee boeken onder redactie van Robert Aldrich & Garry Wotherspoon: Who's Who in Gay & Lesbian History From Antiquity to World War II en Who's Who in Contemporary Gay & Lesbian History From World War II to the Present Day (Londen & New York 2001).

Humanistische (auto)biografieën
Loopt Nederland vergeleken met het Engelse taalgebied achterop wat  de homo/lesbische (auto)biografieën betreft, op humanistisch gebied is het omgekeerde het geval. Dat is mee te danken aan de reeks Humanistisch Erfgoed van wat vroeger het Humanistisch Archief was en nu het Humanistisch Historisch Centrum heet. Daarin zijn onder meer biografieën verschenen over Jan Hoving, Multatuli, Leo Polak, Piet Spigt, Rob Tielman en Jan van Zijverden. Ook mogen de biografieën niet vergeten worden van Peter Derkx, H.J. Pos, 1898-1955. Objectief en partijdig. Biografie van een filosoof en humanist (Hilversum 1994), Peter Derkx & Bert Gasenbeek (red.), J.P. van Praag. Vader van het moderne Nederlandse humanisme (Utrecht 1997) en ook van Bert Gasenbeek e.a. (red.), Anton Constandse. Leven tegen de stroom in (Breda 1999). Voor een internationaal biografisch overzicht verwijs ik naar het boek van Warren Allen Smith, Who's Who in Hell. A Handbook and International Directory for Humanists, Freethinkers, Naturalists, Rationalists, and Non-Theists (New York 2000).

Biografieën en (openbaar) onderwijs
Op dit gebied zijn mij helaas geen biografieën bekend. Er bestaan twee handboeken over de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs in het algemeen: Philip Idenburg, Schets van het Nederlandse schoolwezen (Groningen 1964) en Nan Dodde, Geschiedenis van het Nederlandse schoolwezen (Purmerend 1981). Ook al gaan die niet uitsluitend over het openbaar onderwijs, toch vallen daar wel wat biografische gegevens over sleutelfiguren in het openbaar onderwijs uit te halen. Meer toegespitst op het openbaar onderwijs is het boek van Nan Dodde & P.J. Sekrêve, 'Maar ik heb schoolgegaan', 125 jaar NGL/AVMO (Den Haag 1992). Echt toegespitst op het openbaar onderwijs is het proefschrift van Sjaak Braster, De identiteit van het openbaar onderwijs (Groningen 1996). De achterstand in biografisch onderzoek rond openbaar onderwijs wordt hopelijk ingehaald door het beoogde proefschrift van Vincent Stolk over Vrijdenkers, humanisme en educatie in de periode 1850-1970, waarin ook biografische aandacht verwacht mag worden voor de vrijdenker A.H. Gerhard (1858-1948) en de humanist Léon van Gelder (1913-1981). Dit onderzoek vindt plaats bij het J.P. van Praag Instituut dat verbonden is aan de Universiteit voor Humanistiek.

Waarom schrijf ik een autobiografie?
In de eerste plaats omdat gebleken is dat het schrijven over mijn levensherinneringen een heilzame werking heeft gehad. Ik heb geen vrolijke jeugd gehad en het deed mij goed om dat van mij af te schrijven. In de tweede plaats omdat ik zelf veel gehad heb aan het lezen van autobiografieën en omdat die in homoseksueel Nederland veel te weinig geschreven zijn. In de derde plaats omdat er veel ontbreekt aan wat er tot nu toe over mij geschreven is. Heel begrijpelijk want archieven bevatten maar een beperkt deel van het verleden. Daarom zal ik in mijn autobiografie vooral de nadruk leggen op gebeurtenissen die (vrijwel) niet zwart op wit zijn vastgelegd. Want die zouden met mijn onverhoopte overlijden uit de gemeenschappelijke herinnering verdwijnen. Hieronder alvast enkele herinneringen die ik in de afgelopen anderhalf jaar in mijn blog heb beschreven, in volgorde van verschijnen.

Mijn eigen homoverleden
Dat kwam aan de orde in de blogberichten 28 over mijn Homojeugd, nummer 32 over Mijn eerste vriendje (in deze groep het meest gelezen), nummer 37 over de Rampenzomer 1967, nummer 45 over Gerard Reve & Antoine Bodar, nummer 47 over een Leerzaam avontuur en nummer 59 over Homojongeren. Omdat hiervoor de meeste belangstelling blijkt te bestaan onder mijn lezers geef ik aan het eind van dit blogbericht een overzicht van mijn geschiedenis in de homo/lesbische beweging, ook in volgorde van verschijnen.

Mijn eigen humanistisch verleden
Dat werd beschreven in de blogberichten 30 over mijn (On)godsdienstig verleden, nummer 41 over Piet Thoenes, van Dachau tot Utopia (in deze groep het meest gelezen) en ten slotte nummer 46 over Jaap van Praag, grondlegger van de humanistische beweging. Een goed overzicht geeft het boek van Bert Gasenbeek & Floris van den Berg (red.), Rob Tielman, een begeesterd humanist (Breda 2010).

Mijn eigen onderwijsverleden
Daarover heb ik geschreven in de blogberichten 23 over mijn Onderwijsverleden, nummer 27 over het "Dachautje spelen" (in deze groep het meest gelezen), nummer 35 over Twee katholieke kandidaatsexamens, nummer 39 onder de titel: Gered door studentendecaan, nummer 48 over mijn eerste ervaring met onderwijs geven, nummer 50 over mijn eerste jaren als docent, nummer 52 over mijn meest geliefde college-onderwerp en nummer 60 over mijn belangrijkste onderwijservaring in het voortgezet onderwijs.

Mijn verleden in de homo/lesbische beweging
In blogbericht 2 leg ik uit waarom ik met mijn blog ben begonnen: Van column naar blog. Al vanaf het begin kreeg mijn eigen rol in de geschiedenis van de homo/lesbische beweging de nodige aandacht. Door de loop der geschiedenis werd die emancipatiebeweging in de jaren tachtig nauw verbonden met de strijd tegen hiv/aids, zoals bijvoorbeeld besproken in blogbericht 4 over Levensgevaarlijke preutsheid (in dit groepje het meest gelezen). Dat bracht mij onder andere in contact met veel homovijandige landen, zoals besproken in de blogberichten nummer 5: Towards Russia With Love, nummer 6: Rusland, Cuba en China, nummer 7: KGB & CIA, en nummer 8: Tsjaikovski verbieden?

Maar ook de Angelsaksische wereld kent veel homovijandigheid, zoals ik beschrijf ik in de blogberichten nummer 17: Disadvantaged by English, nummer 18: Dangerous stamps! en nummer 19: "No sex please, we're British". En niet te vergeten de islamitische wereld, zoals beschreven in blogbericht 25: Godgeklaagd! In veel homovijandige landen worden drogredenen gebruikt om de homo/lesbische minderheden achter te stellen, zoals ik heb besproken in blogbericht 29 over de winterspelen van 2014 in Sotsji (in dit groepje het meest gelezen).

Nu weer terug naar Nederland. Wij mogen trots zijn op de voortrekkersrol die ons land heeft gespeeld bij het tot stand komen van huwelijksgelijkberechtiging. Zelf heb ik een bescheiden rol gehad in het voortraject zoals beschreven in blogbericht 36. Zoals ik in blogbericht 40 beschrijf, is het aan Benno Premsela te danken dat ik in 1967 actief werd in de homo/lesbische beweging. Dat ging niet zonder slag of stoot zoals ik uitleg in bericht 45 over Gerard Reve & Antoine Bodar (in dit groepje het meest gelezen). Al doende leerde ik, blijkt uit bericht 47 over een Leerzaam avontuur. Mijn beginnende werkzaamheden in de Nederlandse homo/lesbische beweging gingen gepaard met hoogtepunten (bericht 48: Jubeljaar 1971) en met een ernstig dieptepunt (bericht 50: Aan de dood ontsnapt...).

Van 1971 tot 1975 was ik (als vrijwilliger naast mijn universitaire werk) algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC. Sindsdien werkte ik aan mijn sociaal-wetenschappelijke proefschrift Homoseksualiteit in Nederland. Studie van een emancipatiebeweging (Amsterdam 1982). Zoals ik in blogbericht 51 beschrijf, bleef ik ook daarna tot 1992 actief in Homostudies aan de Universiteit Utrecht. Dankzij mijn werk aan de lerarenopleiding van de Universiteit Utrecht kwam ik vaak in het onderwijs waardoor ik mij bewust werd van het belang van Homovoorlichting, waarover ik schrijf in blogbericht 60 (in dit groepje het meest gelezen). Als socioloog met belangstelling voor geschiedenis kwam ik veel voorbeelden tegen van Geschiedvervalsing, het onderwerp van blogbericht 62. Dat gold ook voor MediamissersHomohatersMisleidend onderzoek en Valse nichten (de blogberichten 63, 64, 72 en 74). Kortom: bepaald geen saai leven!




Blogbericht nummer 77 staat gepland voor zaterdag 31 januari 2015.


Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.