zaterdag 9 december 2017

223. #MeToo (4) #IkOok (1) Ben ik verkracht?

Er is de laatste weken aandacht voor grensoverschrijdend seksueel gedrag dankzij #MeToo. Tijdens het schrijven van mijn memoires, Humanisme als zelfbeschikking, heb ik zelf ook overwogen om te schrijven over mijn ervaring als seksueel slachtoffer, maar ik heb dat niet gedaan. Waarom niet? Ik zal dit in deze nieuwe reeks blogberichten toelichten aan de hand van enkele openbare gevallen. Ik begon met een blogbericht over de Amerikaanse acteur Kevin Spacey, die zijn dubbelzinnige bekentenis koppelde aan zijn merkwaardige coming out als homo. Daarna volgde een blogbericht over de veel beschuldigde Nederlander Job Gosschalk, die toe gaf acteurs gevraagd te hebben zich uit te kleden maar die ontkende hen te hebben aangeraakt of verkracht. In het derde blogbericht beschreef en besprak ik het - inmiddels ook juridische - conflict tussen Jelle Brandt Corstius en Gijs van Dam. In onderstaand blogbericht bespreek ik mijn eigen ervaring: was het wel een verkrachting?

Vijftig jaar geleden was ik zo groen als gras
In blogbericht 32, Mijn eerste vriendje, beschreef ik mijn eerste seksuele ervaringen in een anderhalf jaar durende relatie met een iets jongere zoon van mijn hospita. Zo ontdekte ik mijn homoseksualiteit zonder weet te hebben van de maatschappelijke veroordeling ervan en de reactie van de homosubcultuur daarop. Vijftig jaar geleden was ik nog maar net lid van het COC en bezocht ik de werfkelder in Utrecht, zo groen als gras. Ik schrok zelfs van de eerste mannen die met elkaar dansten want in die tijd rustte daar nog een groot taboe op. Hieronder beschrijf ik mijn eerste seksuele ervaring na het gedwongen afscheid van mijn eerste vriendje zo objectief mogelijk. Met alle beginnersfouten die ik toen maakte.

Een zeer aantrekkelijke, wat oudere, zwarte Amerikaan
Ik zie hem nog binnenkomen in de COC-sociëteit. Een zeer aantrekkelijke, zo'n vijftien jaar oudere, lange zwarte man. Hij ging in een hoekje zitten. Ik had geen idee hoe ik contact moest leggen. Maar dat probleem werd snel opgelost. De dienstdoende vrijwilliger in het plaatselijke COC-bestuur kwam naar mij toe en vroeg of ik zou willen praten met de net binnengekomen Amerikaan want hij dacht dat mijn Engels beter zou zijn dan dat van de andere aanwezigen. Ik deed dat graag want ik wist toen al dat ik op oudere mannen viel omdat ik die veel boeiender vond dan mijn leeftijdgenoten. Hij stelde zich voor als een hoogleraar uit Californië. Toen had de eerste alarmbel al af moeten gaan. Want een echte Amerikaanse hoogleraar zou het wel uit zijn hoofd halen om daar als homo open over te zijn omdat dit in die tijd nog zijn baan kon kosten. Dat was mijn eerste beginnersfout.

Mijn tweede beginnersfout: iemand meenemen naar mijn studentenkamer
Het gesprek was net op gang toen hij belangstellend vroeg hoe een studentenkamer in Nederland er uit zou zien. Hij had daar veel meer belangstelling voor dan voor mij als persoon. Hij vertelde ook niets meer over zichzelf. Ik had toen moeten weten dat hij alleen maar uit was op seks. Later besefte ik hoe de Amerikaanse subcultuur door de toenmalige strafbaarheid van homoseksualiteit in het teken stond van de regel: anoniem neuken en wegwezen. Ik dacht heel naïef zo een vriendschap te kunnen opbouwen.

Mijn derde beginnersfout: mijn onkunde over subculturele seksrituelen
Eenmaal in mijn kamertje in een studentenhuis was zijn belangstelling voor de Nederlandse studentenhuisvesting als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij begon meteen mij en zichzelf uit te kleden. Hij had een prachtig atletisch lijf en was grootgeschapen. Vijftig jaar later raak ik nog opgewonden van deze herinnering. Hij wilde niet praten, niet zoenen, niet pijpen, alleen mij neuken en wegwezen. Mijn enige homoseksuele ervaring was dat seks wederzijds was in het kader van een vriendschap. Ik werd overdonderd door subculturele rituelen die mij volledig onbekend waren. Het interesseerde hem niet dat ik niet klaar was gekomen. Juridisch gezien, was ik niet verkracht want ik had, overrompeld door de grote snelheid, geen enkel verzet geboden. Toch voelde ik mij wel verkracht maar liet dat gevoel verstandelijk niet toe. Ik was zelfs zo naïef om hem mijn adres te geven en om het zijne te vragen want ik dacht nog steeds dat vriendschap met deze mooie man mogelijk was. Hij gaf een adres maar ik denk dat het nep was want ik hoorde nooit meer iets van hem terug. Gevoelsmatig voelde ik mij als slachtoffer letterlijk, maar ook figuurlijk, genomen maar tegelijkertijd nam ik het mijzelf verstandelijk kwalijk dat ik het had laten gebeuren. Wat had ik fout gedaan? In verwarring bleef ik alleen in mijn kleine studentenkamertje achter.

Ik had hardhandig een lesje geleerd
Sindsdien sprak ik bijna nooit meer af in mijn kamer maar bij oudere mannen thuis omdat ik daar makkelijker weg kon lopen als er iets tegen mijn zin in dreigde te gebeuren. Maar dat was nooit het geval want alle mannen die ik ontmoette, waren wel bereid om serieuze vriendschappen aan te gaan en wederzijdse seks te hebben. Dat kwam ook omdat ik mij vooral tot oudere vriendenparen aangetrokken voelde. Die konden mij heel veel leren over duurzame open relaties en alle mogelijke homosubculturele gebruiken waar ik vijftig jaar geleden geen weet van had. Mede dankzij de relatie met mijn eerste vriendje wist ik dat homoseksualiteit heel mooi kon zijn. Dat liet ik mij door niets en niemand meer afnemen!

Waarom nam ik deze ervaring niet op in mijn memoires?
Mijn memoires gaan vooral over mijn werk in de homo/lesbische en de humanistische bewegingen in Nederland en wereldwijd. Enkele persoonlijke gebeurtenissen krijgen daarbij wel aandacht. Waarom de bovenbeschreven ervaring niet? Daarover gaan mijn volgende blogberichten, die zelfs iets met de Zwarte Piet discussie te maken hebben.

Naschrift. Zie voor het vervolg blogbericht 224: #MeToo (5) #IkOok (2) Een zwarte man als dader? en blogbericht 225: #MeToo (6) #IkOok (3) Misplaatste schroom.

Meest gelezen blogberichten over homoseksualiteit
Het meest gelezen blogbericht over homoseksualiteit is nummer 80 over de World Press Photo 2014. Daarop volgen nummer 32 over mijn eerste vriendje, nummer 29 over de Russische homovervolging, nummer 45 over Gerard Reve en Antoine Bodar, nummer 37 over de rampenzomer 1967, nummer 19 over de wereldwijde Britse homovervolging, nummer 51 over Homostudies, nummer 40 over Benno Premsela, een nieuwe vader, nummer 78 over homoseks en jongeren, en als tiende, nummer 28 over mijn homojeugd.