zaterdag 15 november 2014

68. De val van de Berlijnse Muur

Op 9 november 2014 werd de 25e verjaardag van de val van de Berlijnse Muur herdacht. Die herdenking raakte ook bij mij een snaar. Hieronder enkele herinneringen.

De grenswachten hielden elkaar onder schot
Op 6 september 2014 schreef ik in blogbericht 58: "Tijdens de Koude Oorlog had ik de indruk gekregen dat de voortdurende mediamanipulatie de Oost-Europese bevolking tot overtuigde communisten had gemaakt. Zoals vandaag de dag velen denken dat de Russen massaal achter Poetin staan. Tijdens mijn eerste bezoek aan de toenmalige DDR eind jaren zestig werd dat vooroordeel aanvankelijk bevestigd omdat geen Oost-Duitser zich kritisch over de 'communistische heilstaat' durfde uit te laten. Totdat mijn trein het laatste station voor het IJzeren Gordijn verliet en het mij opviel dat de grenswachten elkaar onder schot hielden om te voorkomen dat collega's de 'trein naar de vrijheid' zouden nemen. Toen wist ik dat het schijnbare machtsblok een reus op lemen voeten was omdat men zelfs de eigen ordediensten niet kon vertrouwen."

Humanisten als handlangers van de Sovjet Unie
Op 17 augustus 2013 schreef ik in blogbericht 7 over de houding van de VS tegen de humanistische beweging en over mijn bezoek aan de DDR vlak voor de val van de Muur: 
"Wat de CIA betreft, was dat te verklaren omdat humanisten in de VS als handlangers van de Sovjet Unie werden beschouwd. Dat was nogal lachwekkend want in tegenstelling tot de wel toegelaten kerken werden humanistische organisaties in de communistische landen stelselmatig verboden. Met uitzondering van de DDR toen eind jaren tachtig daar een Freidenkerverband werd opgericht met onmiddellijk tienduizenden leden. Dat was nogal verdacht want zoiets was in de humanistische geschiedenis nog nooit voorgekomen. Zie: 'Rob Tielman, Humanistische emancipatiebewegingen' in: 'Paul Cliteur (redactie), Geschiedenis van het humanisme' (Amsterdam 1991 blz. 289-302). Toen dit Deutsche Freidenkerverband lid van de IHEU wilde worden, ging ik in Oost-Berlijn op werkbezoek waarbij de Stasi-mentaliteit zo overduidelijk was dat het lidmaatschap geweigerd werd en een paar maanden later bleek het inderdaad om een Stasi-mantelorganisatie te gaan. Tot zover de vooroordelen van de CIA."

Hoe ik de val van de Muur tegemoet reed
Op 27 september 2014 schreef ik dat ik als adviseur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in de eerste week van november 1989 in Congo-Brazzaville deel nam aan een WHO conferentie over de verspreiding van hiv/aids in Afrika ten zuiden van de Sahara. Na afloop vloog ik terug naar Parijs waar mijn auto stond. Mijn volgende afspraak was dat ik aan de universiteit van Göttingen een gastcollege zou geven over Homostudies.
Toen ik West-Duitsland binnenreed, hoorde ik via de autoradio dat de Oost-Duitse grenzen plotseling open waren gegaan. Al spoedig reed mij een vloedgolf van oude Trabantjes uit Oost-Duitsland tegemoet. In Göttingen aangekomen, wilde ik naar de dichtbij gelegen grensovergang rijden maar dat werd mij afgeraden want het was al middernacht geweest en het was er een verkeerschaos. Nadat ik de volgende dag mijn gastcollege had gegeven, reed ik door naar West-Berlijn. De stad was overspoeld door Trabantjes die vaak als wrak werden achtergelaten. De West-Berlijners waren minder opgetogen dan de Oost-Berlijners want de eerstgenoemden hadden het gevoel dat hun oase van rust en welvaart bedreigd werd.

Een reis door mijn grijsgetinte vroege jeugdjaren
Zodra het mogelijk was, maakte ik een rondreis van een week door de DDR in zijn nadagen. Het was een reis door mijn grijsgetinte vroege jeugdjaren: het grauwe Nederland van eind jaren veertig en begin jaren vijftig. Overal was armoede, nergens was kleur, afgezien van de vaalrode spandoeken die de heilstaat verheerlijkten. Opvallend waren de foeilelijke fabrieken die overal als pronkstukken langs de wegen stonden en niet, zoals in Nederland, ergens bij elkaar tussen bomen weggestopt. Heel veel oude binnensteden waren in verval. Dat gold ook voor het Holländisches Viertel in Potsdam bij Berlijn dat op instorten stond maar dankzij Nederlandse steun gerestaureerd is. Ik vond veel Nederlandse en Vlaamse invloeden in Oost-Duitsland waarvan de plaatselijke bevolking nauwelijks iets wist.

Humanistischer Verband Deutschlands
Als (co)president van de International Humanist and Ethical Union van 1986 tot 1998 heb ik een bijdrage kunnen leveren aan de oprichting en ontwikkeling van het Humanistischer Verband Deutschlands. Na de val van de Berlijnse Muur dreigde een leegte te ontstaan voor de overwegend ongodsdienstige bevolking. De kerken stonden al klaar om die leegte op te vullen maar een groot deel van de vanouds onkerkelijke Oost-Duitse bevolking moest daar niets van hebben. Daarom vond een aantal jonge humanisten in West-Berlijn het uiterst belangrijk een humanistisch alternatief te bieden. Ik ben blij hen daarbij te hebben kunnen helpen naar het model van het Nederlandse, het Vlaamse en het Noorse Humanistisch Verbond. Dat bleek niet alleen aan te slaan in Oost- maar ook in West-Duitsland waardoor het een van de belangrijkste humanistische organisaties in de wereld is geworden.



Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.