zaterdag 28 februari 2015

81. Fryske taalfrede

Voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 schreef ik al eerder over de Friese taalvrede. Die wordt bedreigd door enkele inwoners van Friesland die weigeren te aanvaarden dat het Fries in Friesland een gelijkberechtigde taal en in Nederland een erkende tweede rijkstaal is. De Friese taal wordt beschermd door een Friese taalwet die een uitwerking is van het Europees Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden en ook van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden.

De tegenstanders van Friese gelijkberechtiging doen net alsof die taalbescherming niet zou bestaan en zij spelen daardoor met vuur. Omdat op woensdag 18 maart 2015 verkiezingen zijn voor de Friese Provinciale Staten laait de taalstrijd in Friesland weer op. Ik heb veel gelezen over overeenkomsten en verschillen tussen de Vlaamse en de Friese taalstrijd. Op grond daarvan hoop ik hier enkele veel voorkomende misverstanden bij taalhaters van het Fries weg te kunnen nemen.

1. "De meerderheid beslist"
In mijn blog van 22 maart 2014 heb ik geschreven: "Democratie is niet de dictatuur van de meerderheid maar de maatschappelijke vormgeving van het beginsel dat mensen zelf zin en vorm mogen geven aan hun leven zolang zij het recht op zelfbeschikking van anderen niet aantasten. Dit beschermt (...) minderheden tegen onverdraagzame meerderheden." Frieshaters die beweren dat Nederlandstaligen de meerderheid uitmaken en dat zij dus de rechten van het Fries naar hartenlust kunnen inperken, hebben ongelijk. Friestaligen zijn in grote delen van Friesland in de meerderheid maar deze overweging is voor de rechten van taalminderheden niet doorslaggevend.

Wel belangrijk in de taalwetgeving is het uitgangspunt dat minderheidstalen beschermd moeten worden. Eeuwenlang is wereldwijd veel geweld gebruikt omdat meerderheden hun taal en cultuur aan anderen wilden opleggen. Denk in Europa bijvoorbeeld aan Baskenland, Bosnië-Herzegovina, Catalonië, Elzas-Lotharingen, Ierland, Kosovo, Kroatië, Macedonië, Rusland, Servië, Sleeswijk-Holstein (1864, Noord-Friesland door Pruisen bezet), Zuid-Tirol tot aan hedendaags Oekraïne toe. En dan zwijg ik nog over wat ik de 'culturele genocide' in Frans-Vlaanderen heb genoemd. Al dat geweld en die onderdrukking hadden voorkomen kunnen worden als het goede voorbeeld van de Friese taalvrede was gevolgd.

2. "Friestaligen in Friesland zijn onverdraagzaam"
Ik woon nu bijna twaalf jaar in Friesland en mijn ervaringen zijn heel anders. Niemand heeft mij gedwongen Fries te leren spreken of schrijven. Ik moet zelfs moeite doen om er voor te zorgen dat Friestaligen Fries met mij spreken omdat de meesten onmiddellijk overgaan op Nederlands terwijl ik de Friese taal graag wil leren verstaan en spreken. Mij lijkt dat vanzelfsprekend als iemand in een gebied gaat wonen waar duizenden jaren die taal gesproken wordt. Niet-Friestaligen die hier komen wonen en de taal niet willen leren verstaan, gedragen zich even hooghartig als bijvoorbeeld die Turken die in Nederland komen wonen en weigeren om Nederlands te leren. Omdat zij vinden dat de Nederlandse instellingen zich maar in het Turks tot hen moeten richten.

Niet de Friestaligen in Friesland zijn onverdraagzaam maar de Friesonkundigen in Friesland die weigeren de taal te leren verstaan. Die onverdraagzaamheid komt veel voor onder Franstaligen in Vlaanderen die weigeren Nederlands te leren verstaan omdat zij dat een "patois" (minderwaardig taaltje) vinden. Deze Franstaligen echter gedragen zichzelf juist minderwaardig want zij zijn "handicapé par la francophonie". Dat betekent dat zij, in de waan een wereldtaal te spreken, zichzelf in een taalgevangenis hebben opgesloten. Zij benadelen zichzelf en hun omgeving in plaats van elkaar cultureel te verrijken door nieuwe taalvensters te openen. België had veel schade door taalstrijd kunnen voorkomen als die Franstaligen eenzelfde bereidheid hadden gehad als de Nederlandstaligen om de andere landstaal te leren verstaan. Dan hadden beide taalgroepen in hun eigen talen met elkaar kunnen spreken zoals dat nu in Friesland op grote schaal gebeurt.

3. "In vergaderingen met één Friesonkundige mag geen Fries gesproken worden"
Friezen hebben het poldermodel zo ongeveer uitgevonden. Het welbegrepen eigenbelang in een maatschappij die zelfbeschikking, gelijkwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid centraal stelt. Friesonkundige Nederlanders die in Friesland wonen en weigeren om Fries te verstaan, gedragen zich als bezetters die zichzelf en hun taal belangrijker vinden dan de oorspronkelijke bewoners. Zij vergeten dat Nederland ooit ontstaan is uit verzet tegen de Spaanse bezetters die hun feodale macht misbruikten om vrije burgers te knechten. Wie de eeuwenoude Friese geschiedenis vanaf de Romeinse tijd een beetje kent, begrijpt dat de Friese verdraagzaamheid daar eindigt waar bezetters trachten hun onverdraagzaamheid aan Friezen op te leggen.

Als toenmalig voorzitter van de International Humanist and Ethical Union (van 1986 tot 1998) heb ik talrijke veeltalige vergaderingen voorgezeten waar mensen zoveel mogelijk hun eigen talen spraken en ik voor de nodige samenvattende vertalingen zorgde. Vooral Franstaligen bleken zich te ergeren aan het horen van voor hen vreemde talen. Zij waren niet gewend om met veeltaligheid om te gaan. Vanwege de wereldwijde handel waren veel Nederlanders dat wel. Friesonkundige Nederlanders die in Friesland weigeren Fries te leren verstaan, vervreemden zich niet alleen van hun Friese omgeving maar ook van hun eigen Nederlandse afkomst. Door zich te gaan gedragen als die Franstalige Belgen die neerkijken op de Nederlandse taal schaden zij niet alleen de Friese verdraagzaamheid maar ook heel belangrijke Nederlandse verworvenheden waar zij kennelijk weinig weet van hebben!



Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.