zaterdag 29 april 2023

496. Biografie psychiater Kuiper: een uitstekend werk!

Eén van mijn redenen om in 2016 mijn memoires ('Humanisme als zelfbeschikking') te doen uitgeven was dat ik vond dat in Nederland (anders dan in Engeland en de VS) veel te weinig homolevensbeschrijvingen verschenen. Gelukkig is er nu onlangs een biografie verschenen geschreven door Koen Hilberdink: 'Strijd om de ziel. Het leven van P.C.Kuiper (1919-2002) in de psychiatrie' (Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam 2023). In mijn blogreeks van boek-besprekingen is dit werk een van de beste. Het is helder geschreven, goed gedocumenteerd en meer dan enkel een persoonsbeschrijving. Het is namelijk tevens een uiterst leesbare geschiedenis van de psychiatrie in Nederland, meer in het bijzonder van het veranderde denken over homoseksualiteit. Ik was bestuurslid van 1975 tot 1997 van het Nederlands Centrum Geestelijke Volksgezondheid NcGv (nu: Trimbos) en ik kan ontwikkelingen in de psychiatrie redelijk overzien. Hilberdink geeft een goed samenvattend overzicht daarvan.

Een voorbeeld: Kuipers ontdekking en verdringing van zijn homoseksualiteit
Kuiper is bij uitstek een voorbeeld van iemand die zijn eigen homoseksualiteit sterk wilde onderdrukken en (mede door zijn werk als psychiater) bijdroeg aan de onderdrukking van homoseksualiteit in de samenleving. In deze bespreking geef ik hieronder als voorbeeld de beginnende ontdekking en verdringing van Kuipers homoseksualteit. Hilberdink schrijft daarover (op blz. 9-10): "Deze biografie is niet bedoeld als postume coming-out van Piet Kuiper (...) maar een poging om een zo realistisch mogelijke voorstelling van zijn leven te geven. De worsteling met geloof en seksualiteit bepaalde voor een groot deel Piet Kuipers leven, maar ook zijn werk als psychiater en psychoanalyticus. De wisselwerking tussen beide is een andere rode draad in de biografie. Strijd om de ziel is daarom niet alleen een biografie maar ook een kleine geschiedenis van de psychiatrie en psychoanalyse in Neder-land en daarbuiten vanuit het perspectief van een van hun hoofdrolspelers." Einde citaat.

Hildebrink maakt hier gebruik van een dagboek dat Kuiper vanaf 1936 bijhield. In 1937 beschrijft Kuiper de door hem bewonderde medescholier Piet van Amstel. Hilberdink schrijft (op blz. 23-24): "De vriendschap met Piet van Amstel verwarde Piet. Jongens uit zijn klas waren gericht op meisjes zoals hij dat op hem was. Een enkele keer leek een meisje van school interesse in hem te hebben maar dan schreef hij in het dagboek haar te opgewekt te vinden. Met een blijmoedige houding stond je aan de verkeerde kant van het leven. Dat vond Piet van Amstel ook. Gewoon was de vriendschap niet, dat begreep Piet. (...) Piet vreesde behept te zijn met wat de zonde van Sodom werd genoemd, maar zijn angst daarvoor deelde hij met niemand." Over 1945 meldt Hilberdink op blz. 54: "voor het eerst had Piet een man aangeraakt en zijn lichaam bewonderd. Hij wist van het bijbelse verbod op de mannenliefde, maar inmiddels wist hij meer over wat in psychiatrieboeken homoseksualiteit werd genoemd. Rümke noemde haar een ziekte, een perversie en het gevolg van een ontwkkelingsstoornis. Vaak was ze door therapie te genezen. Maar in the-rapie voor wat hij noemde zijn 'verkeerde seksualiteit' ging hij nog niet. Hij meende de oplossing te vinden in een huwelijk". Hilberdrink over het jaar 1945 op blz. 57: "De fase 'Piet van Amstel' was voorbij, nu speelde Kees Seldenrijk een rol in zijn leven. Voor het eerst had hij zich overgegeven aan 'de verkeerde seksualiteit'. De ene keer overvielen hem gevoelens van heftige verliefdheid, maar op andere momenten raakte hij vanwege het zondebesef in een mineurstemming. Hij hoopte zich in de relatie met Miek Luypen te bevrijden, maar aan de verkering kwam snel een einde. Dat was volgens Piet de schuld van zijn moeder die alleen maar negatief op zijn eerste vriendin had gereageerd." Einde citaat.

Op blz. 58-59 schrijft Hilberdink ook over 1945: "Tijdens de reizen sliep hij vaak met zijn jongere neef Kees in een kampeertent en ook met deze Kees ontstond een hechte band; hij vond hem knap en fotografeerde hem op mooie vakantielocaties. De foto's bewaarde Piet in een sigarenkistje." Op blz. 60, ook in 1945: "Over zijn 'verkeerde seksualiteit' sprak Piet met niemand (...).Op 23 september 1945 schreef hij in het dagboek dat in het 'erotische en seksuele' zijn gevaren scholen. Te vaak dacht hij aan Kees. (...) Een andere mogelijkheid om zich te bevrijden van de 'verkeerde seksualiteit' diende zich in het najaar van 1945 aan.

Op 12 september schreef hij in het dagboek: 'Kees heeft een vrij grote plaats ingenomen in mijn belevingen, daarnaast heb ik veel gedacht over een verpleegster uit de kliniek, Riek van Bronswijk, waar ik aanvankelijk erg verliefd op was en die me nu, laat ik maar zeggen, sterk interesseert. '. En: 'Ik hoop erg dat ik de verlossing zal vinden in een huwelijk met Riek'. Piet liep hard van stapel en wandelde gearmd met Riek door Amersfoort waardoor iedereen kon zien hoe serieus de relatie was." Deze relatie ging ook weer snel voorbij.

Hilberdink schrijft op blz. 82-83: "In Nederland werden in die tijd echter nauwelijks homoseksuelen psychoanalyticus. Ze achten net als Piet zichzelf vaak ongeschikt voor dit beroep. Wilde hij ooit psychoanalyticus worden dan moest hij eerst genezen. (...) Een leven als homoseksueel was voor de analyticus ondenkbaar, laat staan een homoseksuele analyticus. Toen de [psycho- RT]analyse maar geen genezing van Piets homoseksualiteit bewerkstelligde, gooide hij het over een andere boeg. De maatschappelijke druk om te trouwen was in die tijd groot en het was uitzonderlijk dat Piet - hij was de 30 gepasseerd - nog geen vrouw had gevonden." Kuiper zag een huwelijk als noodzaak om hoogleraar te kunnen worden. Op de vraag of dat terecht was kom ik hieronder aan het eind terug.

Op 6 november 1952 trouwde hij met Noortje Miskotte, dochter van een hoogleraar. De kop van hoofdstuk 5 luidt: "Ik moet hoogleraar worden om te kunnen overleven." Hilberdink schrijft over 1955 op blz.112: "Hij realiseerde zich bovendien nooit van zijn homoseksuele fantasieën te worden verlost." En over 1957 op blz. 125 citeert hij Kuiper uit zijn dagboek: "Ik wil niet heteroseksueel worden, ik val immers op mannen." Wie wil weten hoe zijn denken en handelen inzake homoseksualiteit zich ontwikkelt verwijs ik naar de biografie.

Hoofdstuk 9: 'Liefde en sexualiteit in het studentenleven'
Persoonlijk vind ik het meest interessant het hoofdstuk 9: 'Liefde en sexualiteit in het studentenleven'. Dat is het hoofdstuk waarin beschreven wordt dat hij zijn standpunt over homoseksualiteit wijzigt. Dat is van groot belang. Kuiper werd hoogleraar in Amsterdam in 1961. Hij werd gezien als een van de belangrijkste mensen in zijn vakgebied. Zijn boek Neurosenleer is uiterst negatief over homoseksualiteit en heeft als studieboek zeer grote invloed gehad op de psychiatrie en veel breder. Maar het denken over homoseksualiteit verandert. Binnen de psychiatrie door psychiaters als Trimbos en Sengers. Maar zeker ook maatschappelijk door met name COC-voorzitter Benno Premsela (zie zijn biografie door Bert Boelaars: 'Benno Premsela, 1920-1997; voorvechter van homo-emancipatie', Amster-dam 2008). Ik ontmoette Benno in Utrecht in 1967. Vanaf dat moment werd ik actief in de homobeweging: in de Utrechtse Studenten Werkgroep Homoseksualiteit, in COC-Utrecht, in Nieuw Lila, in het landelijke COC, daarna in de besturen van Homodok, Homologie, Vrolijk, Schorer en tot op heden in de landelijke leerstoelenstichting Lesbische en Homostudies.

Hilberdink geeft een goede beschrijving van die tijd en van de historische COC-bijeenkomst op 25 september 1981 waar Kuiper o.a. toegaf dat zijn opvatting inzake homoseksualiteit onjuist was. Zijn boek Neurosenleer werd met name op dit punt zeer grondig herzien.

Ik heb een kleine vraag over de universitaire houding ten aanzien van min of meer openlijke homoseksuele hoogleraren. In 1967 ontmoette ik in Utrecht hoogleraar Jos Dijkhuis (1929-2018) die in 1965 (dus maar vier jaar na Kuiper) hoogleraar werd in een naburig werkterrein: de klinische psychologie en de psychotherapie. Hij was voor die tijd heel open over zijn homoseksualiteit en hij woonde met zijn vriend samen in het centrum van Utrecht. Tijdens mijn promotie op het proefschrift 'Homoseksualiteit in Nederland; studie van een emancipatiebeweging' in 1982 en gedurende de tijd dat ik voorzitter was van de Interfacultaire Werkgroep Homostudies in Utrecht (1982-1992) was hij decaan van van de Sociale Faculteit. Mijn vraag is: hoe is dit verschil in houding ten aanzien van homoseksualiteit te verklaren? Komt dat door de gereformeerde achtergrond van Kuiper, door het verschil tussen de psychiatrie en de psychologie, of door het verschil tussen de universiteiten van Amsterdam en van Utrecht? Of door een combinatie van die factoren?






Naschrift. Homoseksualiteit in Nederland
Als hoogste eindigde in deze serie het blogbericht nr. 51 over Homostudies (de grootste stijger in deze groep). Binnen deze categorie gevolgd door de berichten 114 over Identiteit als keuze (ook een grote stijger), nr. 78 over Homoseks en jongeren, nummer 144 over de vraag: Is homo-nieuws geen nieuws? (1), nummer 72 over Misleidend onderzoek ontstaan homoseksualiteit, nummer 60 over Homovoorlichting, nr. 128 over Homovluchtelingen, nummer 36 over Lesbisch ouderschap, het nummer 162 over Homovoorlichting op school moet beter en nummer 221 over #MeToo (2) Job Gosschalk. Uit deze blogberichten blijkt dat nog heel veel voorlichting over homoseksualiteit gegeven moet worden. Een film die daar zeer geschikt voor is: 'Jongens'. Dat geldt eveneens voor het filmpje 'In a Heartbeat'.





Vlogberichten
Inmiddels zijn dertien vlogberichten verschenen:
1. Aanleiding memoires Rob Tielman, (het op twee na meest bekeken vlogbericht)
2. Boerkini's welkom op het naaktstrand, (het op een na meest bekeken vlogbericht)
3. Homo(zelf)haat(het op vier na meest bekeken vlogbericht)
4. Tegen homoporno en voor homo-erotiek, (met > 1500 het meest bekeken vlogbericht)
5. Geweld en preutsheid in de VS, (het minst bekeken vlogbericht)
6. Nederlandse en puriteinse tradities in de VS, (op vier na minst bekeken vlogbericht)
7. Frieslands 'iepen mienskip', (het meest bekeken Friese vlogbericht)
8. Friezen uitvinders poldermodel, (het gemiddeld bekeken Friese vlogbericht)
9. Atlas van Friesland(het minst bekeken Friese vlogbericht)
10. Homoseksualiteit en homocultuur, (het op drie na meest bekeken vlogbericht)
11. Internetdating homo's en beeldvorming, (het op drie na minst bekeken vlogbericht)
12. Misverstanden rond Europese Unie (het op een na minst bekeken vlogbericht)  en
13. Humanisme is niet het bestrijden van godsdienst. (het op twee na minst bekeken vlogbericht)