zaterdag 13 februari 2016

130. "Daar moet een piemel in!"

Voor mijn vele buitenlandse lezers die Nederlands aan het leren zijn: het woord 'piemel' is een wat volks woord voor het mannelijk geslachtsdeel. "Daar moet een piemel in" werd geschreeuwd door een groepje mannen tegen een vrouw, Dasja Abresch, die dapper haar standpunt verdedigde tijdens het asielzoekersdebat op 21 oktober 2015 in het Noord-Brabantse Steenbergen. Was zij het slachtoffer van vrouwvijandige vluchtelingen die naar verluidt als "testosteronbommen met baarden" Nederlandse vrouwen willen aanranden en verkrachten? Nee: het waren enkele oer-Nederlandse mannen die zeggen hun vrouwen en dochters te willen verdedigen en die zeggen niet gehoord te worden terwijl hun grofgebekt geschreeuw eindeloos in de Nederlandse media werd herhaald.

U leest het goed: mannen die zeggen op te komen voor vrouwen en die schreeuwen dat niemand naar hen luistert, zij proberen een vrouw de mond te snoeren die het niet met hen eens is. De meeste media besteden meer aandacht aan dat geschreeuw dan aan wat die vrouw te zeggen had. Zo zitten Nederlandse asielzoekersdebatten vol met paradoxen. Al was het maar omdat het vaak geen debatten zijn maar veel geschreeuw met geweld en doodsbedreigingen. Dit gebeurt niet door de vluchtelingen zelf maar door een heel kleine minderheid die beweert de democratische rechten van "HET volk" te verdedigen.

"HET volk" bestaat niet.
Zoals ik in mijn Tresoar-lezing "Identiteit als keuze" op 13 mei 2011 in Leeuwarden heb uiteengezet, had Koningin Maxima gelijk toe zij zei dat DE Nederlander niet bestaat. De Nederlandse bevolking bestaat uit een grote verscheidenheid aan mensen die het over veel dingen oneens zijn maar die in het algemeen wel vinden dat iedereen zelf zin en vorm mag geven aan het eigen leven zolang men het zelfbeschikkingsrecht van anderen niet schaadt.

Ondanks die grote verscheidenheid, of misschien wel dankzij die veelzijdigheid, behoort Nederland tot de gelukkigste landen ter wereld. Dat is mede te danken aan onze vorm van democratie. Media die over HET volk, DE kiezer of DE boze burger spreken en schrijven, maken vooral duidelijk dat zij niet begrijpen hoe democratie werkt. Want zij roepen een eenzijdig beeld op die de veelkleurige werkelijkheid eenkleurig maakt. Onbetrouwbare peilingen versterken dat beeld. Door vrijwel alleen aandacht te besteden aan de enkele keren dat protesten tegen voorgenomen asielzoekerscentra gewelddadig uit de hand zijn gelopen, wordt verzwegen dat het in de meeste gevallen wel goed is gegaan. Zo treedt het verschijnsel op van de zichzelf waarmakende voorspelling. Mensen lijden het meest onder het lijden dat men vreest. Hoe een maatschappij  onbedoeld slachtoffer kan worden van zelf opgeroepen angsten beschrijf ik in blogbericht 52 over "Het monster Trotteldrom". De kwalijke rol van de meeste media heb ik beschreven in blogbericht 56 over de "Mediawet van schijnbare achteruitgang". Goed nieuws is voor hen geen nieuws en daardoor wordt de werkelijkheid zwarter gemaakt dan zij is.

In blogbericht 34: "Vijf misverstanden over democratie" bespreek ik het helaas gangbare misverstand dat democratie de dictatuur van de meerderheid zou zijn. Echte democratie eerbiedigt ieders recht op zelfbeschikking. Ook dat van zelfgekozen minderheden zolang die de zelfbeschikking van anderen aanvaarden. Een meerderheid mag dus nooit namens HET volk spreken. Laat staan een minderheid, ook al schreeuwen ze nog zo hard en dreigen ze met geweld. Bovendien heeft de ervaring geleerd dat degenen die het hardst roepen dat zij de volksdemocratie vertegenwoordigen meestal dictatoriaal zijn. Kijk maar naar de DDR, ofwel de Deutsche Demokratische Republik, onzaliger nagedachtenis.

"De grootste partij moet regeren": alleen als de meerderheid dat wil.
In blogbericht 44: "Mediamanipulatie" heb ik kritiek op het feit dat de media spreken en schrijven dat de grootste partij de verkiezingen gewonnen zou hebben. Ik citeer: "In een democratie worden verkiezingen gewonnen als een partij de meerderheid haalt. Dat is in Nederland, ik zou haast zeggen: godzijdank, nog nooit gebeurd. Omdat mijn blog door veel buitenlanders wordt gelezen, moet ik dat even uitleggen. Daarvoor verwijs ik naar blogbericht 16: "Hans Brinker and a finger in a leaking dike". Een partij die geen meerderheid haalt, kan alleen maar regeren als een of meer andere partijen bereid zijn om een regering aan een meerderheid te helpen. Lukt dat niet dan heeft het Nederlands hier een prachtig woord voor: overwinningsnederlaag. (De Dikke Van Dale geeft een onjuiste omschrijving: tegenvallende verkiezingsuitslag. Dat moet zijn: een partij met de meeste gewonnen stemmen komt toch niet aan de macht.)" De meeste media wekken na verkiezingen ten onrechte de indruk dat de grootste partij het voor het zeggen krijgt. Terwijl het in de Nederlandse verhoudingen betekent dat de meerderheid niet op de winnaar heeft gestemd en dus niet verplicht is om de grootste partij aan de macht te helpen. Zeker niet als die partij zelf niet democratisch is omdat alleen de partijleider er lid van is.

"Vreemdelingen als vrouwenverkrachters": zo de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.
In 1999 werd het zestienjarig meisje Marianne Vaatstra verkracht en vermoord. Vanaf het begin verdachten velen de vluchtelingen die toen woonden in het asielzoekerscentrum in Kollum. De dader had de nodige DNA-sporen achtergelaten en op grond daarvan werden meerdere asielzoekers getest maar zonder resultaat. Het duurde tot 2012 toen eindelijk omwonende mannen werden getest en een nabij wonende boer de dader bleek.

Wie denkt dat iedereen daarvan wat geleerd heeft, moet ik teleurstellen. Nog steeds is voor velen bij voorbaat een vreemdeling de verdachte. Als een gemiddelde Nederlander een misdrijf pleegt dan is alleen de dader schuldig. Als een lid van een minderheid dat doet dan wordt de hele minderheid er op aangekeken. De recente gewelddadigheden rond enkele asielzoekerscentra werden meestal gepleegd door Nederlanders maar in de beeldvorming zijn vluchtelingen de oorzaak.

Wie het hardst schreeuwt en anderen beschuldigt, probeert de indruk te wekken zelf onschuldig te zijn. Dit verschijnsel heb ik besproken in mijn vorige blogbericht over homo(zelf)haat. Toen wees ik op de Nederlandse uitdrukking dat zulke mensen "boter op hun hoofd hebben". Hier is nog een gezegde van toepassing: "zo de waard is, zo vertrouwt hij zijn gasten". Waarom is nog nooit eens onderzocht of de tegenstanders die steeds in alle media schreeuwen dat zij nooit gehoord worden wel gebruik hebben gemaakt van hun democratische rechten? Mij is opgevallen dat velen daarvan nooit stemmen omdat politici "zakkenvullers" zouden zijn. Over de waard gesproken!




Naschrift. Het vorige blogbericht in deze serie over mediakritiek is blogbericht 128 over "Homovluchtelingen". Het best bekeken in deze serie is nummer 80 over de "World Press Photo 2014". Dat wordt in populariteit gevolgd door de blognummers 34 over de "Vijf misverstanden over democratie", 74 over "Valse nichten", 63 over "Mediamissers", 4 over "Levensgevaarlijke preutsheid", 44 over Mediamanipulatie, nummer 56 over de "Mediawet van schijnbare achteruitgang", 62 over "Geschiedvervalsing", 111 over "Columnist in de Gaykrant" en 52 over "Het monster Trotteldrom".  


Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.