Gaat de strijd voor homo/lesbische gelijkberechtiging achteruit of vooruit? Wat zijn de gevolgen van de grootste aanslag op een homo/lesbische bijeenkomst op 12 juni 2016 in Orlando? Onder welke voorwaarden kan tegenwind toch tot vooruitgang leiden?
Er is wereldwijd sprake van toenemende homo/lesbische huwelijksgelijkberechtiging. Die vooruitgang is geen reden om nu tevreden achterover te leunen. De ILGA-wereldkaarten
tonen aan dat we er nog niet zijn. Sommigen zijn, als reactie op
Orlando, bang dat velen weer de kast in gaan. Het is gezien de
achterstanden die er nog zijn onterecht om de strijd voor wereldwijde
homo/lesbische gelijkberechtiging nu te stoppen. Hoe kunnen we het beste
verder gaan?
Zelforganisatie
Uit mijn wereldwijde onderzoek naar de sociale en juridische posities van homo/lesbische minderheden
is gebleken dat zelforganisatie noodzakelijk is voor
gelijkberechtiging. Aan de ene kant durven veel homo's en lesbo's nog
niet uit de kast te komen. Aan de andere kant denken sommige
homo/lesbische jongeren dat verkregen rechten vanzelfsprekend zijn. In
beide gevallen verzwakt dat de noodzakelijke homo/lesbische
zelforganisatie. Ook is er vaak sprake van versnippering. Vooral de
samenwerking tussen mannen en vrouwen laat in nogal wat landen te wensen
over. Landen waar de homo/lesbische zelforganisatie wel goed geregeld
is, zijn in het algemeen verder met homo/lesbische emancipatie dan
landen waar dat niet het geval is.
Sleutelfiguren
Een
tweede belangrijke factor is het benaderen van sleutelfiguren, vooral
in de politiek. De Nederlandse homo/lesbische beweging (de oudste ter
wereld) is daarvan een goed voorbeeld. Mijn onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse homo/lesbische emancipatiebeweging
geeft daarvan vele voorbeelden. Ook het benaderen van juristen die zich
inzetten voor mensenrechten is belangrijk. Datzelfde geldt voor
journalisten die bereid zijn om de bestaande vooroordelen in de media te
doorbreken. Sleutelfiguren in universiteiten, vakbeweging, politie,
leger en kerken kunnen ook een belangrijke bijdrage leveren aan het
verbeteren van het maatschappelijk klimaat rond homoseksualiteit.
Bondgenoten
Omdat
homo/lesbische minderheden te klein zijn om een meerderheid te worden,
is het van groot belang om bondgenootschappen te ontwikkelen met groepen
en stromingen die samen wel een meerderheid vormen. In Nederland waren
met name de vrouwenbeweging en het Humanistisch Verbond van
belang. Ook de homo/lesbische netwerken in politieke partijen,
universiteiten, vakbonden, politie, leger en kerken zorgden ervoor dat
bredere bondgenootschappen ontstonden. Daardoor groeiden meerderheden
die homo/lesbische gelijkberechtiging ondersteunden.
In
veel landen zijn roze netwerken ontstaan bij de politie. Die worden
terecht gezien als bondgenoten door homo/lesbische
emancipatiebewegingen. Zwarte Amerikanen die bij de politie gaan werken,
worden door veel zwarte activisten als verraders beschouwd. Dat
verschil in denken over bondgenoten verklaart in belangrijke mate de
vraag hoe het komt dat de Amerikaanse homo/lesbische beweging veel meer
succes heeft bereikt in de strijd voor gelijke behandeling dan de Afro-Americans.
In het wilde weg anderen uitschelden voor racisten of homohaters maakt
geen bondgenoten maar vergroot het isolement. De wereldwijde keuze van
homo/lesbische bewegingen voor de regenboogvlag die diversiteit
uitstraalt, blijkt dus strategisch verantwoord te zijn. Datzelfde geldt
voor de vrolijke ("gay") homo/lesbische acties, zoals de wereldwijde Gay Parades. Geweld werkt averechts.
Orlando en daarna
Gelukkig
is gebleken dat de meeste reacties op het drama in Orlando bemoedigend
zijn voor de homo/lesbische emancipatie. Wereldwijde blijken van
solidariteit maken duidelijk dat de strategie van zelforganisatie en het
werken met sleutelfiguren en bondgenoten werkt. Studenten die mijn
colleges volgden, vroegen mij vaak waarom ik er van overtuigd was en ben
dat de wereld verbeterd kan worden. Allereerst is kennis van de
geschiedenis belangrijk. Wie daar geen weet van heeft, kan snel gaan
denken dat we in de slechtste tijd uit de wereldgeschiedenis leven. Het
tegendeel is het geval. Maar eeuwenlang wist men niet wat er elders in
de wereld gebeurde. Nu worden we overstelpt door alle berichten waar
wereldwijd ook maar iets fout gaat. Daardoor wordt ons wereldbeeld
vertekend als wij onze geschiedenis van oorlogen en vervolgingen niet
kennen.
Als studenten mij vroegen wat het belang van sociale wetenschappen is, verwees ik altijd naar het stripverhaal over Het monster Trotteldrom door Marten Toonder.
Het eiland Trottel werd geterroriseerd door een monster dat alles op
het eiland om de zoveel tijd vernietigde. Totdat Tom Poes er achter komt
dat de mensen zelf het monster zijn. Zij vatten democratie ten onrechte
op als de dictatuur van de meerderheid en raken in paniek als zij zich
bedreigd voelen. Mensen zijn dikwijls meer het slachtoffer van de angst
voor rampen dan door rampen zelf. Wie tegenspraak en andersdenkenden uit
de maatschappij verbant, wordt het slachtoffer van wraakzuchtigen
waardoor uiteindelijk iedereen een verliezer wordt. Men hoeft nu maar
naar Rusland en Turkije te kijken om te zien hoezeer Marten Toonder gelijk had met zijn waarschuwing tegen de democratie als dictatuur van de meerderheid!
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten