In mijn blogserie over regeringsvorming in Nederland schreef ik eerder over het belang van het poldermodel, over de gevaren van divagedrag, over het consumentengedrag onder veel kiezers en over de mogelijkheid van een meer doelmatige strategie van links/progressieve kiezers en partijen in Nederland. Dit blogbericht gaat over samenwerkingsstrategieën. Met
dank aan de ervaringen van onder andere homo/lesbische bewegingen
wereldwijd om tot grotere gelijkberechtiging te komen, bijvoorbeeld rond
de openstelling van het huwelijk.
Samengaan als slechtere vorm van samenwerking
Velen denken dat samengaan de beste vorm van samenwerking is. Dat is meestal niet het geval. In mijn memoires, Humanisme als zelfbeschikking, bespreek
ik mijn ervaringen met samenwerking in humanistische, homo/lesbische en
vrouwenemancipatiebewegingen over de hele wereld. Vaak wordt er
gestreefd naar zo groot mogelijke organisaties. Hoe groter, hoe meer
macht is dan de gedachte. Maar die grote verbanden hebben vaak te kampen
met onderlinge spanningen tussen vertegenwoordigers van deelbelangen.
Groter is niet beter.
Het is veel strategischer om niet
iedereen in één organisatie te proppen maar om samen te werken tussen
kleinere organisaties die zich beter kunnen richten op specifieke
groepen. Eén partij voor alle links/progressieve Nederlanders is al een
eeuw onmogelijk gebleken. En het ziet er niet naar uit dat dit ooit in
de toekomst bereikbaar is. Het is ook vraag of het wenselijk is. Wie de
veel besproken kloof tussen kiezers en gekozenen wil verkleinen, doet er
verstandig aan om niet met een eenvormig aanbod te komen maar met een
keuze uit verscheidene partijen waaruit de kiezers kunnen kiezen. Maar
dan is het wel noodzakelijk om beter samen te werken. En daaraan
ontbreekt het nogal eens, ook in Nederland.
Van stembusakkoorden naar regeerakkoorden
In
een stembusakkoord spreken politieke partijen zich vóór de verkiezingen
uit om erna gezamenlijk bepaalde doelstellingen in een regeerakkoord
vast te leggen. In het verleden afgesloten stembusakkoorden tussen
links/progressieve politieke partijen in Nederland haalden geen
meerderheid. Dat was anders bij stembusakkoorden waarbij naast politieke
partijen ook maatschappelijke organisatie betrokken waren. Zo heeft de
Nederlandse homo/lesbische beweging bij de afgelopen verkiezingen
stembusakkoorden gesloten die wel geslaagd zijn. Dat brengt mij op de
rol van maatschappelijke zelforganisaties bij het tot stand komen van
regeerakkoorden. Als men daarmee wacht tot na de verkiezingen dan is dat
meestal te laat. Over de rol van het maatschappelijk middenveld tussen
kiezers en overheid gaat mijn volgende blogbericht.
Naschrift.
Dit blogbericht past in mijn blogserie over de Nederlandse verkiezingen
en de gevolgen ervan. Daarin verschenen eerder de blogberichten 179, Moreel leiderschap: wat is dat?, nummer 180, Referendum? Schijnvertoning! (2), nummer 181, De anti-elite-paradox, nummer 182, 'De kloof' bestaat niet in Nederland nummer 183, "Wij worden niet gehoord!": klopt dat wel? en nummer 184, CDA-aanval op zelfbeschikking. Het
laatstgenoemde blogbericht is hiervan het meest gelezen. Zie voor mijn
reactie op de uitslag van de verkiezingen blogbericht 186, Populismegolf gestopt in Nederland, 187, Regeringsvorming in Nederland (1), 188, Regeringsvorming in Nederland (2), 189, Regeringsvorming in Nederland (3) en 190, Regeringsvorming in Nederland (4).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten