zaterdag 13 september 2014

59. Homojongeren

Begin september 2014 heeft de Tweede Kamer er op aangedrongen dat meer gedaan wordt om te voorkomen dat homo/lesbische/biseksuele jongeren een einde willen maken aan hun leven. Minister Schippers van Volksgezondheid heeft toegezegd hier nader onderzoek naar te laten doen en met beleidsvoorstellen te komen. Waarom komt zelfdoding onder deze jongeren vele malen meer voor dan onder heterojongeren?

Anders dan vrijwel alle andere jongeren groeien homojongeren op in een omgeving waarin hun (meestal) heteroseksuele ouders geen vanzelfsprekende rolmodellen bieden voor hun seksuele identiteitsontwikkeling. Een van de belangrijkste voormannen uit de Nederlandse homoseksuele emancipatiebeweging, Benno Premsela, heeft er op gewezen dat bij alle andere minderheden de ouders een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van het zelfbewustzijn van hun kinderen als lid van een minderheid. Zij worden zo weerbaarder tegen bijvoorbeeld pesten en discriminatie. Homo/lesbische jongeren zijn op dit punt veel kwetsbaarder en pesters hebben dat vaak gevoelsmatig door. Zie voor het belang van identiteitsontwikkeling: blogbericht 13.

Nederlandse scholen zijn al verplicht om voorlichting te geven over homoseksualiteit en om aan pestpreventie te doen. Toch is "homo!" nog altijd een gangbaar scheldwoord waar de meeste scholen amper aandacht aan besteden. Dit kan heel schadelijke gevolgen hebben voor het zelfbewustzijn van homojongeren, tot aan zelfdoding aan toe. Het is dan ook heel belangrijk dat de heteroseksuele omgeving ingrijpt en niet doet alsof er niets aan de hand is. Daarbij kunnen vertrouwenspersonen een grote rol spelen.

Internet is een tweesnijdend zwaard. Aan de ene kant worden de moderne sociale media misbruikt om homojongeren te pesten. Aan de andere kant wordt het pesten daardoor zichtbaarder en kan het beter worden aangepakt. Bovendien biedt internet oneindig veel mogelijkheden om aan homojongeren duidelijk te maken dat zij niet alleen staan maar op de homo/lesbische beweging kunnen terugvallen en hulp kunnen zoeken. Een voorbeeld daarvan is: www.iedereenisanders.nl .

Mijn eigen homojeugd wijkt op een aantal punten af van de jeugd van vele hedendaagse homojongeren. Zo had ik geen idee van het verschijnsel homoseksualiteit en voor zover ik er mee in aanraking kwam, leek het niet op mij te slaan. Daardoor dachten mijn eerste vriendje en ik dat wij geen homo's waren waardoor wij onze seksualiteit konden ontplooien zonder de maatschappelijke veroordeling daarvan. De inmiddels toegenomen openheid over homoseksualiteit maakt dat niet meer mogelijk omdat ieder seksueel contact tussen jongens meteen gekleurd wordt door de nog altijd bestaande veroordeling ervan. Dat is vooral het geval onder puberjongens die onzeker zijn over hun seksuele identiteit. Meisjes schijnen hier minder last van te hebben.

Betekent dit dat wij terug zouden moeten naar de zogenaamd 'goede oude tijd' van de onbespreekbare homoseksualiteit? Nee, want die tijd was in werkelijkheid helemaal niet goed voor de homo/lesbische minderheid. De paradox is dat wij eerst door de fase van weerstand oproepende openheid heen moeten om bevrijding en gelijkberechtiging van homoseksualiteit tot stand te brengen. Daarbij is het belangrijk dat de homo/lesbische minderheid zichzelf goed organiseert. Dat zij maatschappelijke sleutelfiguren zoekt die hen willen steunen. En dat zij bondgenoten maakt onder bevriende mensenrechten steunende sociale en politieke bewegingen.

Wat heeft mij zelf weerbaar gemaakt om voor mijn homoseksualiteit uit te komen in de rampenzomer van 1967 ook al werd ik door mijn eigen vader verstoten? Allereerst mijn moeder die al veel eerder dan ik zelf door had dat ik homo was. In de tweede plaats hielp het dat ik inmiddels zeker was over mijn seksuele voorkeur. Ook dat gaat dankzij internet makkelijker dan vroeger, waardoor smoezelige porno minder belangrijk is geworden dan het wereldwijd ruim voorradige mannelijk (bijna) naakt.

Ten derde was er een hulpverlener die mij hielp om uit de ellende te komen. En tenslotte wist ik snel de weg te vinden naar gevoelsgenoten die mij leerden nog weerbaarder te worden. En ook dat is dankzij internet veel makkelijker geworden voor homojongeren.




Zie ook: homoseks en jongeren.

Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.