Mijn vorige blogbericht over het boerkiniverbod werd
door veel lezers zeer gewaardeerd maar riep ook een aantal vragen op.
Waarom loopt dit uitgerekend in Frankrijk zo uit de hand? Heeft dat iets
te maken met Franse opvattingen over de scheiding van kerk en staat?
Heersen daar andere opvattingen over democratie dan in Nederland en
België? Hoe denken Franse humanisten hierover? En de Franse
homo/lesbische beweging? Is er een verband met de eeuwenlange
onderdrukking van Vlamingen in Frankrijk? En heeft het boerkiniverbod te
maken met de belangrijkste verschillen tussen Frans, Nederlands en
Fries nationalisme?
Neutralisme of pluralisme?
Frankrijk,
Nederland en België kennen alle drie een scheiding van kerk en staat.
Frankrijk heeft gekozen voor een neutralistisch model: kerk en staat
zijn volstrekt gescheiden. Zo mag in het Franse openbaar onderwijs geen
aandacht worden besteed aan godsdienst. Het gevolg is dat vanuit het
buitenland betaalde koranscholen een voor de Franse democratie
schadelijke invloed uitoefenen zonder toezicht van de overheid.
Nederland en ook België hebben gekozen voor een pluralistischer model.
De overheid bekostigt hier godsdienstige en humanistische activiteiten
mits die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Op openbare scholen kan
gekozen worden voor godsdienstige en levensbeschouwelijke keuzevakken
die gegeven worden door daartoe goed opgeleide docenten en op grond van
goedgekeurde leerplannen. Dat alles onder toezicht van overheden die extremisme kunnen voorkomen.
Dictatuur van de meerderheid of zelfbeschikking?
In
Frankrijk wordt democratie opgevat als een dictatuur van een
meerderheid. Dat leidt tot het negeren van minderheden. In Nederland en
België bestaan al eeuwenlang coalities van partijen die oog hebben voor
minderheidsbelangen. Hier wordt democratie opgevat als de
maatschappelijke vormgeving van zelfbeschikking. Dat lijkt een
kwetsbaarder stelsel maar zorgt voor meer maatschappelijk draagvlak dan
een meerderheidspartij die door dikwijls wegvallende maatschappelijke
steun een reus op lemen voeten kan worden. Dat leidt in Frankrijk vaak
tot gewelddadige conflicten tussen de straat en de staat. In de lage
landen bestaat daarentegen een lange traditie van het poldermodel dat
veel democratischer is.
Dogmatisch rationalisme of humanisme?
Frankrijk
kent geen humanistische beweging zoals in Nederland en België. Die
zoeken niet zozeer hun kracht in het bestrijden van kerken en godsdienst
maar meer in het bieden van op zelfbeschikking gebaseerde alternatieven
voor de kerken. Ik noem als voorbeelden (wat in Nederland heet)
humanistisch vormingsonderwijs op openbare scholen en humanistische
geestelijke verzorging in de strijdkrachten, gevangenissen en zieken- en
bejaardenhuizen. Het dogmatisch rationalisme van de Franse 'laïcité'
vindt de neutralistische scheiding van kerk en staat belangrijker dan
het voorzien in maatschappelijke behoeften aan zingeving. Daardoor
voelen Franse ongodsdienstigen zich kwetsbaarder en angstiger in het
omgaan met godsdiensten die zich wel georganiseerd hebben in het
maatschappelijke middenveld.
Gelijkvormigheid of veelvormige gelijkwaardigheid?
Frankrijk, Nederland en België zijn alle drie beïnvloed door de leuze 'liberté, egalité et fraternité'
van de Franse revolutie. Maar er is een groot verschil. De Franse taal
kent geen onderscheid tussen gelijkvormigheid en gelijkwaardigheid.
Daardoor staat in Frankrijk de eenvormigheid centraal en in Nederland en
België de veelvormigheid in gelijkwaardigheid. Zowel in Nederland als
in België heeft dat een positieve invloed gehad op het ontstaan van
homo/lesbische emancipatiebewegingen en het bereiken van huwelijksgelijkberechtiging.
In Frankrijk is nauwelijks sprake van een invloedrijke homo/lesbische
beweging en was de openstelling van het burgerlijk huwelijk het meest
omstreden van al die landen in Europa die daartoe besloten. Franse eenvormigheid bestreed homo/lesbische veelvormigheid.
Eentaligheid of veeltaligheid?
Dit
eenvormige denken heeft in Frankrijk geleid tot een nadruk op
eentaligheid waardoor de Vlaamse minderheid daar eeuwenlang onderdrukt
is en het Nederlands nog steeds niet erkend is als minderheidstaal. Dat
is wel het geval met het Fries in Nederland (de 'Fryske taalfrede')
en met de veeltaligheid in België. Ook al is daar de onverdraagzaamheid
van Franstaligen jegens Nederlandstaligen al eeuwenlang een bron van
taalstrijd. De Franse eentaligheid ('ils sont handicapé par la francophonie') leidt tot onkunde over mogelijke probleemoplossingen in anderstalige landen, bijvoorbeeld in het omgaan met de boerkini.
Gesloten of open nationalisme?
Mede
door die eentaligheid is het Franse nationalisme gesloten en
neerbuigend ten aanzien van andere culturen. De lage landen hebben een
eeuwenoude traditie van openheid, mede dankzij de handel waardoor zij
leerden omgaan met andere talen en culturen. Daardoor voelen mensen die
gewend zijn aan het omgaan met verschillen zich minder snel bedreigd dan
mensen die dat nooit geleerd hebben. Je ziet dat terug in het omgaan
met de boerkini die veroordeeld wordt door zowel extreme islamisten als
secularisten. Zelfbeschikking speelt een grotere rol in Nederland en
Friesland dan in Frankrijk waar eerder de neiging bestaat om
andersdenkenden de wet voor te schrijven. Met name het Friese nationalisme ("iepen mienskip")
staat veel meer open voor veelvormigheid dan het Franse nationalisme
dat bol staat van de eenvormigheid. Nederland kan ook wat dit betreft
nog wat leren van Friesland: zie mijn lezing over "identiteit als keuze". Wie deze gelezen heeft, begrijpt beter hoe al dat gedoe over de boerkini voorkomen kan worden door zelfbeschikking!
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten