In mijn werkzame leven heb ik tientallen meters archieven opgebouwd. Ruim 40 jaar activiteiten in de humanistische beweging zijn terug te vinden via het Humanistisch Historisch Centrum. Daar zijn ook de archieven ondergebracht van het Humanistisch Verbond, de International Humanist and Ethical Union en de meeste andere humanistische organisaties in Nederland. Bij het Jaap van Praag Instituut in Utrecht worden momenteel proefschriften geschreven mede dankzij deze archieven.
Ruim 45 jaar activiteiten in de homo/lesbische beweging zijn terug te vinden in het Friese archief Tresoar. Daar liggen de archieven van mijn functies bij het COC, Homostudies Utrecht, het tijdschrift Homologie, de stichting RTV Urania, het Homodok/IHLIA, de Schorerstichting, de boekhandel Vrolijk, de Wereldgezondheidsorganisatie, de Nationale Commissie Aids Bestrijding, enzovoorts. Waarom liggen die archieven in Leeuwarden en niet in Amsterdam?
De toenmalige wethouder Rob Oudkerk van de gemeente Amsterdam wilde in de tijd dat ik daar bestuurslid was de structurele subsidie aan het Homodok/IHLIA omzetten in subsidies voor projecten. Dat was om verschillende redenen een waanzinnig idee. Archiefbeheer is geen projectje dat naar de laatste mode al dan niet bekostigd kan worden maar dat vraagt om langdurige zorg. Bovendien zat er de arrogante gedachte achter dat homo/lesbische archieven toch nergens anders heen konden dan naar Amsterdam. En ten slotte maakt het in deze tijden van digitalisering niet meer uit waar de papieren liggen als ze maar op de een of andere manier toegankelijk zijn.
In de tien jaar dat ik in Friesland woon, ben ik mij bewust geworden van de Randstedelijke hoogmoed waar men gelukkig in Friesland niets van moet hebben. Bovendien ontdekte ik boeiende overeenkomsten tussen de ontwikkeling van homoseksuele, lesbische en Friese identiteiten. Omrop Fryslân, de Leeuwarder Courant (zie: www.dekrantvantoen.nl LC 23 april 2011) en het maandblad De Moanne hebben interviews met mij hierover geplaatst. En ook mijn Tresoar Lezing ging daar over, op te vragen via robtielman46@gmail.com. Dat geldt ook voor het interview met mij door Omrop Fryslân.
Het derde deel van mijn archief zijn de persoonlijke papieren en eigen werk dat ik nodig heb voor het schrijven van mijn memoires. De periode 1946-1967 heb ik al beschreven en ik hoop de rest in 2014 te kunnen afronden. Het belang hiervan is dat ik heel veel boeiende dingen heb meegemaakt die niet of slechts ten dele in alle genoemde archieven of boeken zijn terug te vinden. In de blogs kan ik al een paar krenten uit de pap laten zien. Maar een blog is niet geschikt om in plaats van de memoires te komen omdat de volgorde van de blogs van het heden naar het verleden gaat en memoires van het verleden naar het heden. En nu maar kijken of het schrijven van blogs het schrijven van memoires remt of bevordert!
Een belangrijk deel van de archieven zijn de publikaties van Homostudies Utrecht.
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven door de Papieren Tijger (Breda)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten