Op 9 april 2018
kregen vier Arnhemmers lage taakstraffen voor antihomogeweld. Op 2
april 2017 hadden zij een homopaar uitgescholden voor "homo", "flikker"
en "vies", achtervolgd en mishandeld. Een van de twee werd zo hard op
zijn mond geslagen dat hij tanden verloor en een deel van zijn kaak werd
verbrijzeld. Dit antihomogeweld leidde tot grote sociale en politieke
verontwaardiging. Maar de rechter oordeelde echter dat
antihomodiscriminatie geen rol gespeeld had. Waarom is dit een kwalijke
uitspraak en is een hoger beroep nodig?
Antihomogeweld heeft grote maatschappelijke gevolgen
Uit onderzoek
is gebleken dat zeventig procent van de LHBTI'ers in Nederland te maken
kreeg met een vorm van geweld, verbaal of lichamelijk. Zestig procent
zei uit angst voor antihomogeweld het gedrag in de openbare ruimte te
hebben aangepast. Voor hetero's gebruikelijk gedrag, als hand in hand
lopen of elkaar zoenen, is dan niet meer mogelijk.
Het
COC verklaarde: "honderdduizenden LHBTI'ers krijgen te maken met verbaal
of fysiek
geweld, maar uit de cijfers van het Openbaar Ministerie blijkt dat
jaarlijks gemiddeld voor slechts zestien LHBTI-gerelateerde
discriminatiemisdrijven wordt vervolgd. In minder dan tien gevallen
leidt dat tot een veroordeling. Dan volgt doorgaans een lage straf,
zoals een boete van 400 euro of een taakstraf van 40 uur." Wetgeving
tegen antihomogeweld wordt zo een dode letter. Dat tast de
rechtsgelijkheid aan. De zaak in Arnhem toont dat aan.
Gehaaide advocaat
De
advocaat van de daders had nog maar amper met hen gesproken of hij wist
al in de media te melden dat antihomodiscriminatie geen enkele rol had
gespeeld. Sinds wanneer zijn advocaten bevoegd en deskundig om
psychologisch onderzoek te doen? In geval van antihomodiscriminatie kan
strafverzwaring volgen. De wens om dat te voorkomen, weegt duidelijk
zwaarder dan de waarheidsvinding. Zo'n advocaat is nog in staat om
iemand die "vuile rotjood" heeft geroepen bij een geweldsmisdrijf vrij
te pleiten van antisemitisme.
Slappe houding van politie en justitie
Geweld
is makkelijker te bewijzen dan de achterliggende beweegredenen. Daarom
is dit een belangrijke verklaring voor de weigerachtige houding bij
politie en justitie om serieus te onderzoeken of er sprake is van
antihomodiscriminatie. Dat gebeurt dus bijna nooit.
Wereldvreemde rechters
Door
dit slechte voorwerk van de politie en justitie komen sommige rechters
al snel in de verleiding om zich te beperken tot die zaken die wel
makkelijk te bewijzen zijn. Kennelijk ontbreekt bij deze rechters het
besef welke onaanvaardbare maatschappelijke gevolgen dit heeft voor een
minderheid die naar willekeur uitgescholden en mishandeld wordt zonder
dat serieuze strafvervolging volgt. Dit tast de seksuele
rechtsgelijkheid uiterst ernstig aan.
Hoger beroep is vereist
Het COC
verklaarde naar aanleiding van dit vonnis dat dit een "compleet
verkeerd signaal" afgeeft: "alsof het de gewoonste zaak van de wereld is
om te worden uitgescholden wegens je seksuele oriëntatie". Het is dan
ook een zaak van rechtsgelijkheid dat een hoger beroep wordt geëist.
Niet alleen voor de Arnhemse slachtoffers maar ook voor ieders
welbevinden.
Minister, Tweede Kamer en COC willen betere aanpak van antihomogeweld
Op 6 maart 2018
had het COC een overleg met minister Grapperhaus van Veiligheid over
een betere aanpak van antihomogeweld. De minister reageerde positief en
verzekerde dat dit een topprioriteit van de regering blijft. Hij zei ook
toe dat er een actieplan zal komen.
Op 5 april 2018
verklaarde een meerderheid in de Tweede Kamer zich voor een betere
aanpak van het antihomogeweld. De VVD, CDA, D66, SP, PvdA en PvdD waren
daar voor. Afwezig waren de PVV, ChristenUnie, 50Plus, Denk en FvD.
Hieruit blijkt hoe belangrijk zelforganisatie en het samenwerken met
bondgenoten en sleutelfiguren nog altijd is.
Op 1 november 2018 protesteerde het COC tegen een "schandalig vonnis in Dordtse mishandelingszaak". De rechter vond scheldwoorden als "flikker" en "kankerhomo" geen homovijandige uitingen. Het COC vindt dit onaanvaardbaar en eist een hoger beroep. Op 15 november 2018 blijkt dat het OM niet in hoger beroep gaat: het COC is verbijsterd.
Op 10 januari 2020
maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend dat uit onderzoek
van het CBS blijkt dat homo- en biseksuele jongeren tussen de 12 en 25
jaar ruim tweemaal zo vaak (11,4%) online gepest worden dan
heteroseksuele jongeren (5%).
Naschrift
Homoseksualiteit in Nederland
Als hoogste eindigde in deze serie het blogbericht 51 over Homostudies. Binnen deze categorie gevolgd door de berichten 114 over Identiteit als keuze, 78 over Homoseks en jongeren, 72 over Misleidend onderzoek ontstaan homoseksualiteit, nummer 144 over de vraag: Is homo-nieuws geen nieuws? (1) (de grootste stijger in deze groep), nummer 60 over Homovoorlichting, 128 over Homovluchtelingen, 162 over Homovoorlichting op school moet beter, nummer 36 over Lesbisch ouderschap en nummer 221 over #MeToo (2) Job Gosschalk (ook een grote stijger). Uit deze blogberichten blijkt dat nog heel veel voorlichting over
homoseksualiteit gegeven moet worden. Een bekroonde film die daar
zeer geschikt voor is: 'Jongens'. Dat geldt ook voor het korte tekenfilmpje 'In a Heartbeat'.
Naschrift. Vlogberichten
Inmiddels zijn dertien vlogberichten verschenen:
1. Aanleiding memoires Rob Tielman, (het op twee na meest bekeken vlogbericht)
2. Boerkini's welkom op het naaktstrand, (het op een na meest bekeken vlogbericht)
3. Homo(zelf)haat,
4. Tegen homoporno en voor homo-erotiek, (het meest bekeken vlogbericht)
5. Geweld en preutsheid in de VS,
6. Nederlandse en puriteinse tradities in de VS,
7. Frieslands 'iepen mienskip', (het meest bekeken Friese vlogbericht)
8. Friezen uitvinders poldermodel,
9. Atlas van Friesland,
10. Homoseksualiteit en homocultuur, (het op drie na meest bekeken vlogbericht)
11. Internetdating homo's en beeldvorming,
12. Misverstanden rond Europese Unie en
13. Humanisme is niet het bestrijden van godsdienst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten