Op 9 april 2018 kregen vier Arnhemmers lage taakstraffen voor
antihomogeweld. Op die kwalijke zaak zal ik in een volgend blogbericht
ingaan. Maar eerst wil ik het vooroordeel wegnemen dat antihomogeweld in
Nederland zou toenemen. Wat gelukkig toeneemt is de aangiftebereidheid
van de slachtoffers. En dat zijn overigens niet alleen homo's maar ook
mannen die daarvoor worden aangezien. Hieronder een persoonlijke
ervaring op dit gebied.
Voorzitter Humanistisch Verbond
Ik
was voorzitter van het Nederlandse Humanistisch Verbond van 1977 tot
1987. Het HV was toen een zendgemachtigde met eigen radio- en
televisie-uitzendingen. Midden de tachtiger jaren moest ik een
vergadering voorzitten van de radio- en televisiecommissie van het HV.
Ik reed aan het eind van de middag van mijn werk aan de universiteit in
Utrecht op weg naar Hilversum. Plotseling besefte ik dat ik de
vergaderstukken nog niet had gelezen. Om dat snel nog even te doen,
stopte ik op de toenmalige parkeerplaats Bosberg langs de A27.
Homo-ontmoetingsplaats Bosberg
Ik
wist dat de Bosberg een homo-ontmoetingsplaats was waar vooral 's
avonds veel, vaak met een vrouw getrouwde, homomannen met een
dubbelleven contact zochten. Het was een stralende middag in mei en ik
verwachtte daarom weinig homobezoek. Bovendien had ik wel iets anders
aan mijn hoofd: ik moest in sneltreinvaart de vergaderstukken lezen.
Een scheldende politieagent
Vanwege
het mooie weer had ik mijn raampje open staan. Plotseling begon een
mannelijke politieagent tegen mij te schreeuwen vanuit een politiewagen.
Hij zat achter het stuur. Naast hem, dus het dichtst bij mij, zat een
vrouwelijke agent, ook met het raampje open. Zij zei tijdens zijn
geschreeuw helemaal niets maar zij was een belangrijke getuige. De man
schreeuwde dat ik hier niets te zoeken had en dat hij mijn kenteken aan
mijn vrouw zou doorgeven. Ik bleef heel rustig en antwoordde dat ik zijn
kenteken zou doorgeven aan de burgemeester van Hilversum. Omdat ik daar
geboren was en tot mijn achttiende daar gewoond had, wist ik dat de
Bosberg op Hilversums grondgebied ligt. Hij reed snel weg.
Homologie
Nadat
ik zijn kenteken had opgeschreven, vroeg ik mij af hoe hij kon weten
dat ik homo ben terwijl hij mij kennelijk niet kende. Ik was in die tijd
voorzitter van de stichting die het wetenschappelijk tijdschrift
Homologie uitgaf. Daarin stond veel informatie over het vak homostudies
dat in die tijd populair was onder studenten. Als voorzitter van 1982
tot 1992 van de Interfacultaire Werkgroep Homostudies Utrecht was ik
daar zeer nauw bij betrokken. Toen zag ik dat ik het laatste nummer met
de grote kop Homologie op de zogenaamde hoedenplank achterin mijn auto
had liggen. Dat raadsel was dus opgelost.
Brief aan de burgemeester
Omdat
mij dit overkwam terwijl ik als voorzitter van het HV bezig was mijn
stukken te lezen, schreef ik op briefpapier van het HV een brief aan de
burgemeester. Daarin vroeg ik hem of dit gedrag gebruikelijk was bij de
politie in Hilversum. En ik vroeg om een gesprek.
Telefoontje van inspecteur Stormbroek
Kort
daarop werd ik gebeld door politie-inspecteur Stormbroek (nomen est
omen). Hij bood zijn verontschuldigingen aan voor het gedrag van de
agent. De verhoogde politiecontrole daar was het gevolg van het feit dat
de Bosberg werd geplaagd door een bende maar dat niemand aangifte wilde
doen. Ik verklaarde mij graag bereid om die bende te helpen op te
rollen en we maakten aanstaande vrijdag een afspraak op het
politiebureau in Hilversum.
Gesprek met Stormbroek
Het
leek wel alsof het politiekorps de mooiste man had uitgezocht om met
mij te spreken. Ik legde mijn strategie in het kort uit. Twee of drie
onopvallende wagens met telkens twee politiemannen in burger zouden bij
beginnende duisternis zich gespreid opstellen op de Bosberg. Zodra er
sprake was van geweld konden zij de daders op heterdaad oppakken.
Het plan was geslaagd maar dreigde te mislukken
Maandagochtend
hing inspecteur Stormbroek weer aan de lijn op mijn werk. Ze hadden dat
weekeinde meteen mijn plan toegepast en inmiddels een tiental
jongemannen uit het zeer nabijgelegen Loosdrecht opgepakt. Die hadden
toegegeven dat zij mannen hadden beroofd, met dagen en tijdstippen
erbij. Alleen: er was geen enkele aangifte gedaan en zonder dat kon de
politie niets uitrichten. Ik zegde toe om homobars in de omgeving te
benaderen om een tekst te verspreiden dat zij anoniem konden doorgeven
aan een doorkiesnummer bij de politie op welke dagen en tijden zij waren
overvallen en beroofd. Als die data klopten met de bekentenissen dan
kon er juridisch worden vervolgd. De bareigenaren werkten mee.
Voldoende aangiftes binnen gekomen
Er
kwamen voldoende anonieme aangiftes door om een tiental te vervolgen.
Het bleek om een informeel netwerk te gaan van leerlingen uit een
vmbo-school. De slachtoffers waren overwegend mannen die met een vrouw
getrouwd waren en hun homoseksualiteit geheim wilden houden. Zo zat er
een rector tussen van een christelijke school voor voortgezet onderwijs.
De daders werden veroordeeld en het beroven op de Bosberg was
afgelopen.
Veel adviezen gegeven
Na
dit succes ben ik veel gevraagd door gemeenten en door plaatselijke
politiekorpsen om te adviseren over het oppakken van bendes van
potenrammers. Maar na verloop van tijd merk je dat die kennis verloren
gaat en dat het wiel vaak weer opnieuw moet worden uitgevonden. Sommige
gemeenten kennen roze netwerken binnen de politie maar andere geven geen
prioriteit aan het bestrijden van anthomogeweld. Uit onderzoek
is gebleken dat 70% van LHBTI'ers te maken heeft gehad met een vorm van
geweld, verbaal of fysiek. Het meest gewelddadig zijn jongens tussen 14
en 18 jaar, meestal in groepjes. Een overgrote meerderheid van 70%
daarvan is al eerder met de politie in aanraking geweest. Het aantal
aangiftes is tussen 2009 en 2016 gestegen van 428 tot 1295. Dat betekent
niet dat er meer geweld is maar wel dat de aangiftebereidheid gestegen
is. De algemene indruk is dat de politie en de justitie geen grote
prioriteit geven aan het vervolgen van antihomogeweld.
Naschrift. Zie voor het vervolg: blogbericht 241, Antihomogeweld (2).
Naschrift
Homoseksualiteit in Nederland
Als hoogste eindigde in deze serie het blogbericht 51 over Homostudies. Binnen deze categorie gevolgd door de berichten 114 over Identiteit als keuze, 78 over Homoseks en jongeren, 72 over Misleidend onderzoek ontstaan homoseksualiteit, nummer 144 over de vraag: Is homo-nieuws geen nieuws? (1) (de grootste stijger in deze groep), nummer 60 over Homovoorlichting, 128 over Homovluchtelingen, 162 over Homovoorlichting op school moet beter, nummer 36 over Lesbisch ouderschap en nummer 221 over #MeToo (2) Job Gosschalk (ook een grote stijger). Uit deze blogberichten blijkt dat nog heel veel voorlichting over
homoseksualiteit gegeven moet worden. Een bekroonde film die daar
zeer geschikt voor is: 'Jongens'. Dat geldt ook voor het korte tekenfilmpje 'In a Heartbeat'.
Naschrift. Vlogberichten
Inmiddels zijn dertien vlogberichten verschenen:
1. Aanleiding memoires Rob Tielman, (het op twee na meest bekeken vlogbericht)
2. Boerkini's welkom op het naaktstrand, (het op een na meest bekeken vlogbericht)
3. Homo(zelf)haat,
4. Tegen homoporno en voor homo-erotiek, (het meest bekeken vlogbericht)
5. Geweld en preutsheid in de VS,
6. Nederlandse en puriteinse tradities in de VS,
7. Frieslands 'iepen mienskip', (het meest bekeken Friese vlogbericht)
8. Friezen uitvinders poldermodel,
9. Atlas van Friesland,
10. Homoseksualiteit en homocultuur, (het op drie na meest bekeken vlogbericht)
11. Internetdating homo's en beeldvorming,
12. Misverstanden rond Europese Unie en
13. Humanisme is niet het bestrijden van godsdienst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten