Eind november 2016 verschijnt bij uitgeverij de Papieren Tijger in Breda mijn boek met levensherinneringen, getiteld: Humanisme als zelfbeschikking.
Omdat mijn blog veel in België gelezen wordt, plaats ik nu een
voorpublicatie uit mijn boek die over België gaat.
Taalstrijd en humanisme in België
Als beginnend voorzitter van de IHEU wilde ik in 1986 kennismaken met de twee min of meer humanistische universiteiten in Brussel. De Nederlandstalige Vrije Universiteit Brussel en de Franstalige Université libre de Bruxelles.
Omdat ze beide op dezelfde campus liggen, dacht ik snel van de eerste
naar de tweede afspraak te kunnen wandelen. Maar toen bleek dat de twee
universiteiten gescheiden werden door een bijna onneembare dijk waar ik
me met moeite door het struikgewas kon worstelen. Een dijk als
taalgrens: dat was ik nog niet eerder tegengekomen! Geen Berlijnse muur
maar een Brusselse dijk. Een merkwaardige ontmoeting in het België van
een helaas eeuwenoude taalstrijd.
Omdat Brussel
officieel een tweetalige stad is, kwam ik (in het Frans) bij de ULB met
het voorstel dat ik Nederlands zou spreken en de gastheren Frans. Maar
dat mocht niet: Nederlands spreken was er verboden. Ik moest toen denken
aan de (Franstalige) lezingen die ik in Frankrijk had gegeven. Die
begon ik met het grapje dat ik mij verontschuldigde voor mijn
onvolmaakte Frans maar dat ik aannam dat mijn Frans beter was dan hun
Nederlands. Dat werd steevast als een erge belediging opgevat: de
gedachte dat Fransen een minderwaardig taaltje als het Nederlands zouden
willen leren was onverdraaglijk! Ik neem al jaren deel aan een Europese
humanistische discussiegroep op internet. Daar maakte ik eens de fout
om een Nederlandstalig bericht aan een Vlaming naar het hele netwerk te
sturen. De haat tegen het Nederlands spatte af van de berichten van
enkele Fransen die zich kennelijk persoonlijk beledigd voelden dat zij
dit achterlijke taaltje ('patois') te lezen kregen. Voor de verschillen tussen de Vlaamse taalstrijd en de Friese taalvrede verwijs ik naar mijn Tresoar-lezing Identiteit als keuze.
In
de jaren dat ik actief was in de Nederlandse en in de internationale
humanistische beweging ben ik vele malen door geestverwanten uitgenodigd
om lezingen te geven in Vlaanderen, enkele malen in Frankrijk maar
nimmer in Franstalig België. Ik heb wel goede herinneringen overgehouden
aan de keren dat ik (Nederlandstalige) gastcolleges gaf aan studenten
Neerlandistiek in Franstalig België. In de afgelopen eeuwen zijn veel
Vlamingen om economische redenen naar Franstalig België verhuisd waar
men heel veel Vlaamse achternamen aantreft. Friezen die om diezelfde
redenen uit Friesland zijn vertrokken, zijn nog altijd trots op hun
afstamming. Lees mijn blogbericht over It wrede paradys. Ik
heb nog nooit een Franstalige Belg ontmoet die trots was op zijn
Vlaamse afkomst. En de vele werkeloze Franstalige Belgen zijn meestal
niet bereid om werk te zoeken in Vlaanderen waar het economisch veel
beter gaat.
HVV & CAL
In Vlaanderen werd in 1951 naar Nederlands voorbeeld een eigen Humanistisch Verbond opgericht. Dat is inmiddels opgegaan in de Humanistisch Vrijzinnige Vereniging.
In Vlaanderen heb ik zowel met de bestuurders als met de medewerkers
vriendschappelijke betrekkingen onderhouden. In Franstalig België werd
in 1969 naar Frans voorbeeld een Centre d'action laïque
opgericht. Maar toch is er een belangrijk verschil. In Frankrijk staat
de volstrekte scheiding van kerk en staat centraal: het neutralisme. In
geheel België wordt net als in Nederland uitgegaan van een
pluralistische benadering: een gelijke behandeling en ondersteuning van
zowel godsdienst als levensbeschouwing. Ook is er in België net als in
Nederland aandacht voor het bieden van een ongodsdienstig alternatief
voor de kerken in de vorm van (wat in Nederland genoemd wordt) het
humanistisch vormingsonderwijs en de humanistische geestelijke
verzorging. Het begrip humanisme is in Franstalig België helaas gekaapt
door de Franstalige christen-democraten waardoor net als in Frankrijk
(anders dan in de rest van Europa) verwarring omtrent de humanistische
identiteit bestaat onder Franstaligen.
EHF/FHE
In 1991 was ik in Praag een van de oprichters van de Europese Humanistische Federatie EHF/FHE,
waarvan ik van 1991 tot 1999 vicevoorzitter was. Daar was aanvankelijk
verzet tegen vanuit Engelstalige bestuurders van IHEU-lidorganisaties.
Zij leden aan een kwaal die ik vaker in humanistische kringen ben
tegengekomen: een uiterst dogmatisch opgevat internationalisme dat niet
te verenigen zou zijn met iedere vorm van regionalisme, zoals
bijvoorbeeld de open Fryske mienskip.
Het begrip gelijkheid wordt in die kringen opgevat als
gelijkvormigheid. In een ideale wereld zou er naar hun mening maar
plaats zijn voor één staat en één taal, in hun geval het Engels.
Naar
mijn mening houdt de humanistische opvatting van gelijkheid geen
gelijkvormigheid in maar gelijkwaardigheid. Geen eenvormigheid maar
veelvormigheid. Geen eentaligheid maar veeltaligheid. Geen dictatuur van
een meerderheid maar zelfbeschikking voor individuen en zelfgekozen
zelforganisatievormen van minderheden. Gelukkig kon ik als
IHEU-voorzitter de tegenstanders er van overtuigen dat het voor de
humanistische belangenbehartiging noodzakelijk was om in Brussel een
humanistische Europese organisatie te vestigen. Die is er gekomen op de
Franstalige campus van de ULB. Ik heb toen wel bedongen dat er voldoende
Engelskundige medewerkers en vrijwilligers zouden komen om te voorkomen
dat de EHF/FHE een uitsluitend Franstalige organisatie zou worden. Dit
is naar tevredenheid geregeld zoals onder andere blijkt uit de website humanistfederation.eu.
Ook mijn verlangen dat niet alleen de Franse neutralistische maar ook
de Nederlands/Belgische pluriforme benadering naar voren gebracht zou
worden, werd aanvaard. Inmiddels hangt het merendeel van de Europese
humanistische lidorganisaties de pluralistische benadering aan. Ik was
van 1994 tot 1999 voorzitter van de European Humanist Professionals waaraan humanistische onderwijsgevenden en geestelijke verzorgers uit meerdere Europese landen deelnemen.
De
taakverdeling tussen de IHEU en de EHF/FHE was lange tijd een bron van
spanningen omdat vooral de Amerikaanse humanistische pionier Paul Kurtz
in Europa initiatieven ontwikkelde, zoals in Rusland, Spanje en
Griekenland. Dat zagen sommige lidorganisaties van de EHF/FHE als een
Amerikaanse inmenging in Europese aangelegenheden. Ik kon hen
uiteindelijk geruststellen dat, mochten daar humanistische organisaties
ontstaan, zij ongetwijfeld lid van de EHF/FHE zouden worden. Hetgeen
geschiedde. Ook bleef ik de vertegenwoordiging van de IHEU bij de Raad
van Europa mede bemensen omdat een aanvrage vanuit de EHF/FHE om die
over te nemen niet bij voorbaat zeker was. Maar dankzij veel polderen
werden de meeste plooien glad gestreken.
De EHF/FHE
heeft veel bereikt om de gelijke behandeling van humanisten in de
Europese Unie te bewerkstelligen. Vooral de Franse voorzitter van de
Europese Commissie Jacques Delors
stond daar tijdens zijn voorzitterschap van 1985 tot 1995 voor open. De
EHF/FHE heeft in de begintijd veel gehad aan de Franstalige,
Nederlandskundige, Brusselaar Claude Wachtelaer, met wie ik nauw
samenwerkte. Hij leidde vanuit de EHF/FHE een door de EU gesteund
project om de contacten tussen de vele godsdienstige en levensbeschouwelijke
organisaties in Europa te verbeteren. Zo heeft de Belgische ervaring om
om te gaan met taal- en cultuurverschillen op de grens tussen Noord- en
Zuid-Europa ook de humanistische beweging in Europa helpen versterken.
De bovengenoemde Brusselse dijk werd alsnog een culturele brug!
Naschrift: in mijn blog plaats ik onder andere conceptteksten voor mijn
memoires die eind november 2016 als boek zullen verschijnen. Mijn eigen
blogteksten zal ik niet steeds als citaat aanhalen.
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten