Mijn voorzitterschap van Homostudies Utrecht leidde tot veel andere activiteiten. Van bij voorbeeld het Documentatiecentrum Homostudies, het tijdschrift Homologie, de stichting Homo RTV Urania, de homo/lesbische boekhandel Vrolijk, de stichting voor de leerstoelen Lesbische en Homostudies, de Schorerstichting tot het huidige IHLIA LGBT Heritage.
Na het eeuwenlange doodzwijgen van homoseksualiteit werd de homo/lesbische beweging zichtbaar en strijdbaar in de jaren zeventig, tachtig en negentig om een nooit meer uit te wissen indruk achter te laten. Homoseksualiteit werd van een ziekte tot een biologische variant. Niet homoseksualiteit was een probleem maar de maatschappelijke veroordeling ervan. Ik ben blij aan die ontwikkeling een steentje te hebben kunnen bijdragen.
Van Homodok tot IHLIA LGBT Heritage
Vanuit Homostudies Utrecht zat ik van 1978 tot 1992 in het bestuur van het "Homodok" ofwel het Dokumentatiecentrum Homostudies in Amsterdam. Dat ging later op in wat nu IHLIA LGBT Heritage heet en gevestigd is in de Openbare Bibliotheek Amsterdam OBA. Van 2002 tot 2009 zat ik in het bestuur van IHLIA. In die tijd hield ik mij vooral bezig met het door de overheid bekostigde "Rechtsherstel Homoseksuelen Tweede Wereldoorlog", met een tentoonstelling over de homovervolging in WOII en met het boek Het begint met nee zeggen. Biografieën rond verzet en homoseksualiteit 1940-1945 onder redactie van Klaus Müller en Judith Schuyf (Amsterdam 2006). In verband met dit rechtsherstel moeten ook genoemd worden de boeken Doodgeslagen, doodgezwegen. Vervolging van homoseksuelen door het nazi-regime 1933-1945 onder redactie van Klaus Müller (Amsterdam 2005) en Levenslang. Tiemon Hofman, vervolgd homoseksueel en avonturier geschreven door Judith Schuyf (Amsterdam 2003).
Homologie
Van 1978 tot 1992 was ik voorzitter de stichting die het tijdschrift Homologie uitgaf van 1978 tot 1997. In de eerste redactie zaten Bert Boelaars, Martien Sleutjes, Sacha Wijmer en Henk Wilschut die na een jaar werd opgevolgd door Chris Verboog (1952-1992).
Homologie was een onafhankelijk tijdschrift dat meestentijds tweemaandelijks verscheen. Het besteedde aandacht aan homostudies en homoseksualiteit in een tijd dat de meeste media daar niet over schreven of sensatiegericht negatief. Van groot belang was de rubriek Relevant over recente publicaties rond homoseksualiteit, een activiteit die is opgegaan in de hierboven genoemde Homodok en IHLIA. Ook nu nog algemeen bekende schrijvers in Homologie waren Hans Goedkoop, Bas Heijne, Marianne Hoogma, Maaike Meijer en Xandra Schutte.
De grootste oplage was 3000. De eerste jaargang werd door de redactie zelf gedrukt, gevouwen en
geniet. De drie jaren daarna kon men voor een vriendenprijs terecht bij
drukkerij Bongers in Limburg. Toen het van krant in magazine veranderde, werd het op zakelijke basis gedrukt bij een andere
drukkerij. Omdat de oplaag aan de lage kant bleef, was het blad op de
lange termijn te duur om te kunnen voortbestaan. Uit de Lezersservice van Homologie is de nu nog bestaande boekhandel Vrolijk in Amsterdam voortgekomen. Van Homologie is helaas geen digitale versie beschikbaar: dat zou er wel moeten komen. In dit kader moeten ook nog de Homojaarboeken 1981, 1983 en 1985 genoemd worden, waarvan ik in de redactie zat.
Stichting Homo RTV Urania
De toenmalige homo/lesbische beweging ergerde zich mateloos aan de meeste media die meestal alleen maar aandacht besteedden aan homoseksualiteit als er iets negatiefs te berichten viel. Daarom werd de stichting Homo RTV Urania opgericht die van 1982 tot 1996 bestaan heeft. Ik was daarvan vice-voorzitter van 1982 tot 1992. Voorzitter was Petra Schedler. RTV Urania wilde nadrukkelijk geen eigen omroep oprichten maar wilde wel bevorderen dat de publieke omroep meer aandacht aan homoseksualiteit zou besteden. Het accent lag daarbij op radio omdat dat medium heel geschikt was om die homo's en lesbo's te bereiken die nog in de kast zaten. In die tijd werd televisie vooral bekeken in gezinsverband en tv-programma's over homoseksualiteit leidden voor homo's en lesbo's die nog in de kast zaten vaak tot pijnlijke situaties. Bovendien was radio in het pre-internet-tijdperk heel geschikt om actuele homo/lesbische activiteiten aan te kondigen.
Aanleiding om RTV Urania op te richten was het feit dat de VPRO stopte met het eerste homo/lesbische radioprogramma Ook zo met Reijer Breed en Diane de Coninck. Hoewel de stichting er formeel niet bij betrokken was, was het toch als lobbygroep succesvol om homo/lesbische zendtijd bij de publieke omroep te steunen. Het radioprogramma Homonos bestond van 1982 tot 1994 en werd opgevolgd door Het Roze Rijk, van 1994 tot 2003 als radioprogramma en van 2003 tot 2006 als website. Redacteuren met wie ik te maken had, waren Job Frieszo, Nelly Frijda, Jan Nauta, Aletta Oosten, Jan Paul Helwig, Diane de Coninck, Bert Boelaars, Ali Karacabay, Peter van de Akker, Peter van der Vorst en Rémi van der Elzen. In 2004 en 2005 had ik een column bij www.rozerijk.nl.
Wie meer wil weten over de geschiedenis van Homoseksualiteit en de media kan terecht bij de gelijknamige bundel onder redactie van Erwin Bakker en Judith Schuyf (Utrecht 1985) en bij Homoseksualiteit in beeld onder redactie van Petra Schedler e.a. (Utrecht 1989) waaraan ik ook bijgedragen heb.
Pikant detail is dat ik de eerste zinnen van mijn memoires in wording meer dan twintig jaar geleden bij Homonos als radio-column heb uitgesproken: "In mijn vroegste
herinnering sta ik als driejarige kleuter op de zonnige groenomzoomde Groest
(een hoofdstraat in Hilversum) en vraag ik aan mijn moeder: “Waarom kunnen jongens niet met jongens
trouwen?” Haar antwoord weet ik niet meer, maar ik heb toen wel geleerd dat
je daarover beter kunt zwijgen. Ergens diep van binnen ontstond een geheime
plek waar dit soort gevoelens werden opgeslagen in de hoop op betere tijden
waarin het onnoembare bespreekbaar zou kunnen worden." Zie: Jan Nauta, Uit de kast. De mooiste columns uit Homonos (Amsterdam 1994).
Stichting Boekhandel Vrolijk
De huidige gay and lesbian book+dvd store vrolijk begon in 1982 met het verzenden van boeken voor het tijdschrift Homologie. De goede verkoop van onder andere mijn boek Homoseksualiteit in Nederland (Amsterdam 1982) leverde voldoende geld op om in 1984 de Stichting Boekhandel Vrolijk op te richten waarvan ik van 1984 tot 2001 voorzitter was. Net zoals in andere wereldsteden waren homo/lesbische boekhandels belangrijke centra omdat in de algemene boekhandels homo/lesbische boeken nauwelijks te vinden waren. Veel homo's en lesbo's durfden in die tijd daar ook geen homo/lesbische boeken te kopen of te bestellen. Er was een enorme achterstand in de verspreiding van homo/lesbische boeken. Bovendien waren homo/lesbische bladen belangrijke bronnen van informatie over wat er gaande was. Dat trok ook veel buitenlandse bezoekers aan. Vrolijk was dan ook een groot succes.
De belangrijkste bedreiging voor Vrolijk was de hetze die in 1996 ontstond rond Marc Dutroux. Boekhandel Vrolijk werd in media als 2 Vandaag, Telegraaf en Panorama ervan beschuldigd een centrum van jongensverkrachters te zijn. Vrolijk verkocht een jaarlijkse homogids waarin alle homo-ontmoetingsplaatsen opgesomd werden. Het was in die tijd in veel homokringen gebruikelijk om elkaar 'boys' te noemen ook al was men inmiddels van middelbare leeftijd. Het woord 'boys' werd door onnozele of kwaadaardige journalisten echter uit die context gerukt waardoor het beeld ontstond dat Vrolijk het homoseksueel misbruik van jongens bevorderde. Zij riepen op dat de boekhandel daarom gesloten zou moeten worden. Een klassiek voorbeeld van het eerder besproken vooroordeel dat homo's jongensverkrachters zouden zijn.
Ik schreef daarover maart 1997 in mijn column in de Gaykrant: "Wat is er eigenlijk gebeurd? Een heteroman vermoordde meisjes en
vervolgens werden homoseksuele mannen valselijk beschuldigd van
kindermisbruik. Er zijn honderden heteroporno-zaken die met rust gelaten
werden, maar de enige op seksuele zelfbeschikking gerichte
homo/lesbische boekhandel werd aangevallen op het verkopen van een boek
dat vrijwel overal te koop is, de Spartacus-gids," Mijn opvolgster in 2001 als voorzitter van Vrolijk, Karin Spaink, schreef daarover een uitstekend verhaal. De hetze liep stuk op het feit dat iedereen die Vrolijk kende, wist dat het nergens op sloeg. Maar het liet weer eens zien hoe ontvankelijk sommige media voor homovijandige hetzes zijn.
Stichting Leerstoelen Lesbische en Homostudies
Na mijn vertrek in 1992 bij Homostudies Utrecht werd duidelijk hoezeer homostudies afhankelijk was van de personen die zich daarvoor inzetten. Zo was Homostudies Utrecht binnen tien jaar na mijn vertrek verdwenen. Daarom vond ik het belangrijk dat er binnen universiteiten structureel aandacht aan werd besteed. Daartoe werd in 1998 met behulp van directeur Riek Stienstra van de hierna te bespreken Schorerstichting een stichting opgericht om bijzondere leerstoelen lesbische en homostudies in te richten. Dat is gelukt in Amsterdam, Maastricht en Leiden. De stichting probeert daarnaast wetenschappelijk onderzoek en onderwijs te bevorderen binnen en buiten de universiteiten. Vanaf de oprichting ben ik secretaris van de stichting.
Wie ziet hoeveel onzinnig, zogenaamd wetenschappelijk, onderzoek gedaan wordt rond homoseksualiteit die begrijpt hoe nodig homostudies nog altijd is. Voor een nadere onderbouwing verwijs ik naar bericht 72: Misleidend onderzoek ontstaan homoseksualiteit. Meer dan twintig jaar na mijn vertrek bij Homostudies Utrecht word ik nog altijd benaderd door studenten om hen te begeleiden bij hun scripties op dit gebied. Ik blijf beschikbaar zo lang ik dat kan, maar ik heb (gelukkig) ook niet het eeuwige leven...
Schorerstichting
In mijn proefschrift beschrijf ik het belang van de opening in 1968 van, wat toen genoemd werd, een 'consultatiebureau voor homofilie', de Schorer(stichting) (1967-2012). De eerder door mij genoemde Riek Stienstra (1942-2007) was daarvan directeur van 1974 tot 2002. Stichting en directeur hebben een grote rol gespeeld bij de mentaliteitsverandering in de homo/lesbische hulpverlening. Ook moet de hulpverlening ('buddyzorg') voor mensen met HIV/AIDS genoemd worden. Evenals de zorg voor homo's en lesbo's afkomstig uit homovijandige culturen. Ik noem ook nog de uitgeverij Schorer Boeken en de Schorer Monitor die de gezondheid van homomannen in kaart bracht.
Ik ben van 2003 tot 2007 lid geweest van de Raad van Toezicht van dit Nederlands instituut voor homoseksualiteit, gezondheid en welzijn Schorer. In die tijd deed de toenmalige minister van Volksgezondheid Hans Hoogervorst, een mislukte poging om de subsidiekraan dicht te draaien. Gelukkig waren we toen nog in staat om door politieke lobby dit onheil voor homo/lesbische gezondheidszorg te keren. Op 24 juni 2010 mocht ik de Riek Stienstra Lezing houden. Ik zag het persoonlijk als een eerbetoon aan een vrouw die hopelijk niet in de vergetelheid zal verdwijnen zoals zovelen uit de homo/lesbische emancipatiegeschiedenis!
Naschrift: Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten