zaterdag 12 december 2015

123. IHEU & Engeland

Mijn plotselinge vertrek in 1998 als president van de IHEU had tot een groot schandaal kunnen leiden vanwege de anti-Nederlandse en homovijandige achtergronden ervan. Ik heb mijn afscheid toen beargumenteerd vanwege "gebrek aan wederzijds vertrouwen". Dit om de IHEU niet te schaden. En om het strategisch belang van de internationale humanistische beweging bij het behoud van goede betrekkingen met Nederland en met de wereldwijde homo/lesbische beweging. Deze betrekkingen zijn door mijn wijze van vertrekken gelukkig niet verslechterd. De persoon die indertijd mijn vertrouwen schond, is na zeventien jaar uit de IHEU vertrokken. Vanwege de historische en sociologische achtergronden van dit conflict acht ik het belangrijk om nu opening van zaken te geven. Eerst een overzicht van de anti-Nederlandse en homovijandige achtergronden in Engeland waar ik in 1998 veel minder zicht op had dan nu.

Engelse minachting van Nederland
Het meest bekende voorbeeld van Engelse geschiedsvervalsing is het wegmoffelen van de Nederlandse geschiedenis van 1609 tot 1664 in wat toen Nieuw Amsterdam en Nieuw Nederland heette en nu New York en omstreken is. Het is de verdienste van de Holland Society of New York , het New Netherland Institute, en de Amerikanen Charles Gehring , Janny VenemaAnnette Stott en Russell Shorto dat de door de Engelsen 'vergeten' geschiedenis van Nederland in Noord-Amerika weer de nodige aandacht krijgt. De meest belangwekkende boeken hierover vind ik: Annette Stott; Holland Mania, the Unknown Dutch Period in American Art and Culture (Woodstock NY 1998), Janny Venema; Beverwijck, a Dutch Village on the American Frontier 1652-1664 (Albany 2003), en Russell Shorto; The Island at the Center of the World, the Epic Story of Dutch Manhattan and the Forgotten Colony that Shaped America (New York 2004). De Dutch American invloed op de VS is veel groter dan de meeste Nederlanders beseffen. Zie bijvoorbeeld de lijst van belangrijkste Dutch Americans . Er wonen nu meer dan vijf miljoen Amerikanen van Nederlandse afkomst in de VS. En Nederland is de derde grootste investeerder in de VS.

New York is niet het enige voorbeeld van Engelse geschiedvervalsing als het om de grote betekenis van Nederland voor Engeland gaat. Het beste boek daarover vind ik dat van de Engelse geschiedkundige Lisa Jardine; Going Dutch, How England Plundered Holland's Glory (Londen 2008). De boektitel spreekt voor zich. De titel van de Nederlandse vertaling is aanzienlijk diplomatieker: Gedeelde weelde. Hoe de zeventiende-eeuwse cultuur van de Lage Landen Engeland veroverde en veranderde (Amsterdam/Antwerpen 2008). Zij toont overtuigend aan hoeveel Engeland aan Nederland te danken heeft. Maar in plaats van daar dankbaar of zelfs trots op te zijn zoals bovengenoemde Amerikanen, heeft Engeland kosten noch moeite gespaard om die Nederlandse invloed onder het tapijt te vegen. Er is zelfs sprake van een regelrechte minachting van Nederland. Omdat Lisa Jardine zich vooral beperkt tot Engeland zelf, richt ik mij in dit blogbericht op de wereldwijde gevolgen van deze Engelse minachting voor alles wat Nederlands was en is.

Engelse wereldwijde geschiedvervalsing
Ik kwam dit op het spoor dankzij mijn grote verzameling oude historische atlassen. Daarin viel het mij op dat Engelse atlassen stelselmatig het wereldwijde Nederlandse verleden hebben weggelaten. Overigens weten ook veel Nederlanders weinig van de vaderlandse geschiedenis overzee. Zo weten de meesten niets of weinig over Nederlands Brazilië terwijl dat in Brazilië zelf veel beter bekend is. Ook onbekend is bij verreweg de meeste Nederlanders dat eeuwenlang ten westen van Nieuw Zeeland het ook door Nederlanders ontdekte Nieuw-Holland ofwel Australië op kaarten te vinden was. En vrijwel niemand in Nederland kent nog de geschiedenis van Nederlands Formosa ofwel het huidige Taiwan.

In eerdere berichten besteedde ik aandacht aan de voormalig Nederlandse gebieden België en delen van Noord-Frankrijk, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Daar weet men in Nederland meestal wel wat meer van. In dit blogbericht beperk ik mij (in alfabetische volgorde) tot landen die door Nederland zijn afgestaan aan Groot Brittannië en waarvan de Nederlandse voorgeschiedenis vergeten dreigt te worden.

Delen van hedendaags Ghana (ofwel de Nederlandse Goudkust) waren Nederlands van 1598 tot 1872. Mede door de rol van Nederland in de slavernij is over deze voormalige kolonie het een en ander bekend. Maar er is vaak sprake van onjuiste beeldvorming. Amsterdam zou zijn welvaart aan de slavernij te danken hebben, terwijl de handel in goederen en diensten veel belangrijker was. Nederland zou een grote rol in de handel in slaven gespeeld hebben, terwijl het maar om enkele procenten gaat. Slavernij zou vooral door Europeanen gepleegd zijn, terwijl ook belangrijke daders Afrikanen en Arabieren waren. En slavernij zou een zaak uit het verleden zijn, terwijl die (vooral in islamitische gebieden) nog steeds voorkomt. In de negentiende eeuw wierf het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger in de toenmalige Goudkust soldaten, de zwarte Hollanders: Belanda Hitam.

Het westelijk van Suriname gelegen Guyana is een duidelijk voorbeeld van een voormalig Nederlands overzees gebied waarvan de Nederlandse geschiedenis van 1600 tot 1814 in vergetelheid is geraakt door het beleid van de Britse koloniale opvolger. Zo werd de naam van de hoofdstad Stabroek veranderd in Georgetown maar gelukkig is de plaatsnaam New Amsterdam hier nog wel bewaard gebleven. De universiteit van Leiden is begonnen de vergeten geschiedenis van Berbice, Essequebo en Demerery te onderzoeken. De naam Berbice heeft in Nederland nog enige bekendheid dankzij de gelijknamige buitenplaats te Voorschoten. De uitdrukking iemand naar de barrebiesjes wensen (iemand naar de hel wensen) maakt duidelijk hoe weinig geliefd dit overzees gebied was.

Heel belangrijk is de vergeten geschiedenis van Nederlands India. Het mooi uitgegeven boek van Van der Pol: De VOC in India, een reis langs Nederlands erfgoed in Gujarat, Malabar, Coromandel en Bengalen (Zutphen, 2011) heeft een breder publiek bereikt. Ook hier heeft de Britse koloniale opvolger het belang van de Nederlandse geschiedenis van 1605 tot 1825 in India zoveel mogelijk gekleineerd. Een hedendaags voorbeeldje van de gevolgen daarvan is de tekst van de website Dutch India waarin gelukkig wel een duidelijke kaart staat, waaruit de omvang van de Nederlandse invloed alsnog blijkt. De belangstelling voor de Vereenigde Oostindische Compagnie V.O.C (en dus ook voor Nederlands India) is de laatste tijd gestegen. Gelukkig kan sinds kort Nederlands gestudeerd worden in New Delhi zodat hopelijk de aandacht voor deze bijna vergeten geschiedenis ook in India toeneemt.

Veel Nederlandse gebieden in Azië gingen verloren door het Verdrag van Londen uit 1824 in ruil voor de Britse erkenning van Nederlands Oost Indië. Daarmee kwam ook een einde aan de Nederlandse bezittingen in wat nu Maleisië en Singapore is. Over de Nederlandse tijd van 1641 tot 1825 zijn in de stad Malakka nog wat sporen te vinden maar in de rest van Maleisië en Singapore ontbreekt wetenschappelijke aandacht voor het Nederlands en de Nederlandse cultuur. Wederom een voorbeeld van de gevolgen van Britse veronachtzaming van alles wat Nederlands was en is.

Nederlanders ontdekten het eiland Mauritius in 1598 en zij vernoemden het naar prins Maurits. Het eiland bleef Nederlands tot 1710, Frans van 1721 tot 1810 (als Ile de France) en vervolgens Brits na 1810. Zij noemden het eiland weer Mauritius en mede dankzij die naam bleef de Nederlandse tijd in het bewustzijn van de eilanders leven. In 1998 werden 400 jaar betrekkingen tussen Nederland en Mauritius herdacht, werden resten van het  V.O.C.-fort Frederik Hendrik opgegraven en werden postzegels ter herdenking uitgegeven. In Nederland kreeg Mauritius ook bekendheid door het al dan niet door de Nederlanders veroorzaakte uitsterven van de loopvogel Dodo.

Sri Lanka was als Ceylon van 1638 tot 1796 Nederlands. Dankzij nog bestaande gebouwen, de zelforganisatie van de Dutch Burghers en de overblijfselen van het oudvaderlands recht zijn er nog resten uit het Nederlandse tijdperk te vinden. Maar ook in Sri Lanka ontbreekt het aan wetenschappelijke belangstelling voor het Nederlands en de Nederlandse cultuur als gevolg van de Britse onderwaardering van alles wat Nederlands was en is. Het Britse bewind leidde tot de invoering van "winner takes all" (democratie als dictatuur van de meerderheid). Hierdoor werd  stelselmatig de Tamil-minderheid achtergesteld, met de bekende noodlottige gevolgen van tientallen jaren lange burgeroorlogen.

Standaardwerken als dat van Temminck Groll, The Dutch Overseas; Architectural Survey; Mutual Heritage of four Centuries in three Continents (Zwolle, 2012), en van Ron van Oers, Dutch Town Planning Overseas during VOC en WIC Rule (1600 - 1800) (Zwolle, 2000) stemmen weemoedig over wat er verloren is gegaan of dreigt te gaan aan Nederlandse overzeese cultuur. Maar dat is niet alleen te wijten aan bovengenoemd gebrek aan Britse waardering voor Nederlandse cultuur. Ook de Nederlandse overheid leidt vaak aan wat ik de 'Engelse ziekte' zou willen noemen: een onderwaardering van de betekenis van de wereldwijde Nederlandse cultuur in verleden en heden.Een voorbeeld daarvan zijn de dreigende bezuinigingen op onderwijs in het Nederlands wereldwijd.

Uit het Engels blijkt de minachting
Als ik Engels als moedertaal zou hebben dan zou ik mij schamen om het discriminerend taalgebruik rond het op zichzelf al onjuiste woord Dutch dat eigenlijk Netherlandic zou moeten zijn: double Dutch (onzin), Dutch bargain (oneerlijke handel), Dutch build (dik), Dutch comfort (schrale troost), Dutch concert (tumult), Dutch courage (dronkenmansmoed), Dutch defense (overgave), Dutch gold (namaakgoud), Dutch kiss (opgedrongen kus), Dutch luck (onverdiend geluk), Dutchman's headache (dronkenschap), Dutchman's land (vermeend land aan de einder), Dutch medley (door elkaar heen praten), Dutch palate (slechte smaak), Dutch praise (vervloeking), his Dutch is up (hij is kwaad), I'm a Dutchman if I do (dat zal ik nooit doen), it's all Dutch to me (ik begrijp er niets van), to dutch (wegrennen) en dan ben ik er nog een aantal vergeten. Het is dat Nederlanders geen ras vormen want anders zouden we Engelstaligen nog van racisme kunnen beschuldigen!

Engelse homohaat
Engeland heeft wereldwijd een zeer negatieve invloed gehad op het denken en handelen inzake homoseksualiteit. Het meest berucht is het proces in 1895 tegen Oscar Wilde. Door dat proces kreeg een Engelse uitdrukking voor homoseksualiteit bekendheid: "the love that dare not speak its name". In Groot Brittannië stond tot 1861 de doodstraf op seks tussen mannen en daarna bleef homoseks (ook tussen volwassen mannen) strafbaar tot 1967. In Nederland eindigden al deze straffen in 1811 met dank aan zowel de Franse als de Bataafse Revolutie.

In de toenmalige Britse wetgevingsdiscussie speelde het begrip sodomy een belangrijke rol. Het is een onterechte verwijzing naar het bijbelverhaal over Sodom en Gomorra want dat gaat niet over homoseksualiteit maar over schending van het gastrecht door verkrachting.  Zie mijn hoofdstuk: "Homoseksualiteit als toetssteen: islam, christendom en humanisme onderling vergeleken" in: Bert Gasenbeek en Floris van den Berg (red); Rob Tielman, een begeesterd humanist", uitgegeven door Uitgeverij Papieren Tijger (Breda 2010). 

Ruim twintig jaar geleden heb ik onderzoek gedaan naar de sociale en juridische positie rond homoseksualiteit in alle landen ter wereld. Zie de World Survey on the Social and Legal Position of Gays and Lesbians; in: The Third Pink Book (Buffalo NY, 1993; 247-342). Een belangrijke bevinding was dat anti-homoseksuele wetgeving vooral te vinden was in dertig landen met een islamitische meerderheid (in negen landen gepaard gaand met de doodstraf!) en in veertig landen die de homovijandige wetgeving uit Groot Brittannië in koloniale tijden opgelegd hadden gekregen.

Ik heb mijn onderzoeksgegevens nog even gelegd naast een hedendaags overzicht van homo/lesbische rechten per land en dan blijkt dat de volgende landen de van oorsprong Britse strafbaarstelling van homoseksualiteit nog altijd kennen: Antigua, Bangladesh, Barbados, Botswana, Brunei, Birma, Cook Eilanden, Gambia, Ghana, Grenada, Guyana, India, Jamaica, Kameroen, Kenia, Kiribati, Malawi, Maleisië, Maldiven, Mauritius, Namibië, Nauru, Nigeria, Oeganda, Pakistan, Papoea-Nieuw-Guinea, Saint Lucia, Seychellen, Sierra Leone, Singapore, Solomon Eilanden, Sri Lanka, Soedan, Tonga, Trinidad, Tuvalu, Zambia en Zimbabwe. Het Britse Gemenebest speelt nog steeds een kwalijke rol.  In India wordt homoseksualiteit in 2013 weer strafbaar gesteld, en in 2014 werd weer op grote schaal vervolgd. Om nog maar te zwijgen over het inmiddels ingevoerde levenslang in Oeganda, de toegenomen vervolging in Nigeria, Gambia en Zimbabwe, en de dreigende steniging van homo's in Brunei. Ook in (deels Afrikaanstalig) Namibië wordt de homohaat weer aangewakkerd. Datzelfde geldt voor KeniaGhana, Jamaica en Maleisië. De VN heeft kritiek op de negatieve ontwikkelingen in Gambia.

Ik herinner mij uit eigen ervaring in de jaren tachtig de homosauna's in Amsterdam en Bangkok waar mannen vrijelijk met elkaar konden omgaan terwijl tegelijkertijd in mannensauna's in de nabij gelegen steden Londen en Singapore de seksuele spanning te snijden was maar waar niets kon gebeuren omdat overal de spionnen van de politie rondliepen.  Die hadden kennelijk niets beters te doen of kwamen wellicht op die manier aan hun trekken. Gelukkig zijn er landen waar homo/lesbische netwerken bij de politie bestaan want die voorkomen een hoop ellende binnen en buiten de politie.

Er zijn enkele voormalige Engelse kolonies die de strafbaarstelling van homoseksualiteit aanvankelijk opgelegd kregen maar later afschaften, hoewel de sociale weerstand nog altijd groot is in (delen van) Australië, Canada, Nieuw Zeeland, Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Alleen het laatste land heeft van alle bovengenoemde landen net zoals Nederland een landelijk geldende grondwettelijke gelijkberechtiging en openstelling van het huwelijk voor paren van gelijk geslacht. Inmiddels heeft Engeland maart 2014 ook het huwelijk opengesteld maar woedt de homohaat voort in de voormalige Engelse kolonies...

Ik wil niet zwartepieten maar het is wel opvallend dat een hoogleraar mensenrechten uit het vroegere Engelse Jamaica onlangs Nederland beschuldigde van terugkeer naar de slavernij vanwege een traditioneel kinderfeestje maar die, voor zover ik kon nagaan, nog nooit geprotesteerd heeft tegen de moorddadige aanvallen op homo's op haar eigen eiland. (Haar universiteit wilde niet meewerken dus was ik aangewezen op internet om dit uit te zoeken). De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) heeft zich inmiddels tegen de schending van homorechten uitgesproken.

Ook opvallend is dat vooral de Afrikaanse landen in dit lijstje roepen dat homoseksualiteit een koloniaal westers verschijnsel zou zijn terwijl het juist de aan hen opgelegde Britse homovijandige wetgeving is geweest die een einde wilde maken aan de vele tradities van Afrikaanse (en Aziatische) gelijkgeslachtelijke riten en relaties. En dan heb ik het nog niet gehad over de Amerikaanse fundamentalistische christenen die de homohaat in Afrika, zoals in OegandaNigeria en D.R.Congo, aanjagen. Over kolonialisme gesproken!

Wat heeft deze voorgeschiedenis met mijn vertrek uit de IHEU te maken?
Voor mijn verkiezing tot co-president van de IHEU in 1986 (zo is mij veel later gebleken) was daar aanvankelijk van vooral Angelsaksische zijde verzet tegen omdat een openlijk homoseksuele voorzitter het imago van de IHEU zou kunnen schaden. De Nederlanders in die vergadering stelden juist dat mijn voorzitterschap van het Humanistisch Verbond niet had geleden onder mijn openlijke homoseksualiteit. Integendeel, omdat Nederland zo kon zien dat het humanisme voor zelfbeschikking en tegen discriminatie was. Ik heb buiten Engeland nooit iets van discriminatie gemerkt in IHEU-verband. Wel verbaasde het mij dat Engeland het enige land ter wereld was waar homo/lesbische humanisten zich vanaf 1979 apart hadden georganiseerd, in de GALHA. Pas in 2012 is dit deel geworden van de British Humanist Association. Kort voor mijn vertrek bij de IHEU gingen er in Engeland geruchten rond dat ik aan vriendjespolitiek zou doen door homo's naar voren te schuiven. Ik heb er tijdens mijn voorzitterschap van het Humanistisch Verbond en van de IHEU nooit een geheim van gemaakt dat ik het van groot strategisch belang vond om meer jongeren, vrouwen, homo's en lesbo's bij de humanistische beweging te betrekken omdat deze groepen het meeste te lijden hadden onder de macht van de hen discriminerende godsdiensten. Dat in Engeland juist een punt werd gemaakt van de homo's en niet van de andere groepen had mij te denken moeten geven maar ik vond dat ik achterbaks geroddel moest negeren.

Het is mij vaak overkomen dat ik e-mail-berichten kreeg met een staart aan voorafgaande berichten waarvan de verzenders zich kennelijk niet bewust waren dat ik die ook onder ogen kreeg. In 1998 overkwam mij dat ook. Daaruit bleek dat de machtige penningmeester van de BHA en lid van het dagelijks bestuur van de IHEU Robbi Robson van mening was dat ik als Nederlander niet te vertrouwen was, dat ik onrechtmatig geld van de IHEU zou verdonkeremanen en andere Nederlanders zou voortrekken zoals 'the Dutch for centuries were used to do so'. Dat deed voor mij de deur dicht. Pas later werd ik mij er van bewust dat zij een kennelijk breder in Engeland levend vooroordeel verwoordde, hetgeen onder andere bleek uit het feit dat in de voorgaande e-mail-correspondentie de andere Engelsen geen bezwaar maakten tegen haar stemmingmakerij.


Naschrift:
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.


Naschrift: in mijn blog plaats ik onder andere conceptteksten voor mijn memoires die eind 2016 als boek zullen verschijnen. Mijn eigen blogteksten zal ik niet steeds als citaat aanhalen. Dat doe ik wel met het aanhalen van eigen teksten die elders zijn verschenen, met bronvermelding.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten