Van alle landen waar het huwelijk is opengesteld voor paren van gelijk geslacht was de weerstand in Frankrijk het heftigst. Wat zegt dit over het hedendaagse Frankrijk? De Franse
katholieke kerk heeft altijd moeite gehad met het omgaan met
andersdenkenden. Dat geldt trouwens voor alle landen waar katholieken in
de meerderheid zijn. In 1988 nam ik als voorzitter van de International Humanist and Ethical Union IHEU in Amsterdam deel aan een dialoog tussen humanisten en het Vaticaan. De Roomse delegatie stond onder leiding van de Franse kardinaal Poupard en de Belgische kardinaal Daneels
en bestond geheel uit mannen. De humanistische delegatie bestond in
meerderheid uit vrouwen en homo's. Dat vonden de Roomse geestelijken zichtbaar wat
ongemakkelijk. Voor mij was het opvallend dat het Vaticaan uiterst
opportunistisch voor godsdienstvrijheid en scheiding van kerk en staat
was als de katholieken in een land in de minderheid waren maar er heel weinig
van moesten hebben als zij in de meerderheid waren.
Dit
denken over democratie als de staatsdictatuur van de meerderheid zit in
Frankrijk ingebakken. Fransen zijn meestal verbaasd als ik hen vertel
dat Nederland sinds Napoleon nooit een partij heeft gekend die
een meerderheid had in de volksvertegenwoordiging. Omgaan met
minderheden hoort niet tot de sterkste kant van de Franse cultuur en dat
geldt zeker voor het omgaan met minderheidstalen. In Noord-Franse
scholen was het eeuwenlang verboden om Vlaams te spreken en het
Nederlands is in strijd met de Europese verdragen nog steeds niet als
minderheidstaal erkend in Frankrijk zoals dat bijvoorbeeld wel met het
Fries in Nederland het geval is.
Ik heb het Nederlandse taalonderwijs in Frans-Vlaanderen altijd gesteund. Maar de Vlaamse beweging heeft daar, meer nog dan in
Belgisch-Vlaanderen, in het verleden de strategische fout gemaakt de
taalstrijd te koppelen aan de pogingen van de katholieke kerk om de
Verlichting te bestrijden. Daardoor werd de taalstrijd een ideologische strijd. Dat het doelmatiger kan, laten de Friese taalrechten in Nederland zien. In Friesland werden bondgenootschappen gesloten met liberale, sociaaldemocratische en
andere bewegingen die voor gelijkberechtiging zorgden: de Fryske taalfrede.
Die afgedwongen
Franstaligheid gaat samen met een weerzin tegen veeltaligheid. Ik heb
menige internationale vergadering in Frankrijk voorgezeten waar niet in
tolken was voorzien en ik voor de Franse deelnemers heen en weer moest
tolken omdat zij geen enkele andere taal spraken of verstonden. De
grootste ergernis van veel Franse sprekers was vaak dat ik hun
wijdlopige betogen kort en helder samenvatte in het Engels en zij een
volledige vertaling eisten van hun briljant geachte gedachten. Ik
antwoordde daar steevast op dat ik het ook niet kon helpen dat het
Engels nu eenmaal een veel compactere taal was dan het Frans, hetgeen
zij door hun eigen onkunde van het Engels niet konden weerleggen. Het
toppunt was een Europese vergadering waar de Franse
deelnemers eisten dat de voertaal van Engels Frans zou worden nadat de
Engelse deelnemers de bijeenkomst eerder hadden verlaten omdat zij hun
vlucht moesten halen. De aanwezige Fransen dachten kennelijk dat alle
andere deelnemers uit geheel Europa Frans konden spreken en dat zij dat
alleen niet deden omdat er Engelsen aanwezig waren. Het waanbeeld dat
Frans nog altijd een wereldtaal zou zijn, was kennelijk nogal
hardnekkig: ils sont handicapé par la francophonie.
In de humanistische beweging is Frankrijk een
buitenbeen. Waar in Nederland, België, Duitsland, Engeland
en met name Noorwegen de humanistische beweging een volwaardig
ongodsdienstig alternatief biedt voor de kerken, is dat in Frankrijk
allerminst het geval. Ik herinner mij nog goed dat ik in de jaren tachtig en
negentig in Parijs verketterd werd in intellectualistische vergaderingen van de Union Rationaliste en van anti-godsdienstige vrijmetselaars. Als voorzitter van het Nederlandse platform openbaar onderwijs CBOO
verdedigde ik dat onze openbare scholen de keuzevakken godsdienst en
humanistisch vormingsonderwijs aanbieden. Dat de neutralistische Franse
openbare scholen door een verbod daarop de door islamistische fundamentalisten
gedomineerde koranscholen bevorderen (met alle dramatische gevolgen voor
veel Franse voorsteden) vonden deze dogmatische intellectuelen minder
belangrijk. Dogma gaat daar voor de praktische gevolgen.
Diezelfde Franse dogmatici hebben bij de Franse filosoof Foucault (1926-1984) geleid tot een antihumanistisch misverstand. Ik heb dat in mijn Socrateslezing 1990 ontrafeld: Humanisme onder kritiek
. Helaas werd de man die de vrijheid van de Verlichting trachtte te
ontmaskeren zelf het tragische symbool van de onvrijheid als verborgen
homoseksueel met een dubbelleven die aan aids overleed.
Wat Frankrijk betreft, heb ik het als IHEU-voorzitter als mijn belangrijkste taak gezien om de Ligue française de l'enseignement et de l'éducation permanente binnen de IHEU te houden. De LFEEP was met haar miljoenen aanhangers verreweg de grootste lidorganisatie van de IHEU. Weliswaar was het openbaar onderwijs haar belangrijkste werkgebied maar in feite was het verreweg de machtigste belangenbehartiger van seculier Frankrijk en een toegang tot buitenkerkelijk Zuid-Europa. Dankzij vele werkbezoeken aan het hoofdkantoor in Parijs en ontmoetingen in Straatsburg tijdens vergaderingen van de Raad van Europa bleef de LFEEP binnen de IHEU hoewel men moeite had met het feit dat Engels daar de voertaal was. Als voorzitter van vergaderingen van hoofdbestuur en en congressen vergde dat veel tolkwerk van mij. Ook was veel diplomatie vereist om de Franse lange tenen te vermijden.
Een kenmerkend incident vond plaats tijdens een vergadering in Parijs. Met veel trots werd mij een publicatie getoond met daarin een kaart van Europa. Opvallend was dat Nederland er niet in stond maar deel van de Noordzee was geworden. Het was kenmerkend voor de geringe belangstelling voor het land dat hardnekkig Hollande werd genoemd ondanks mijn ontelbare pogingen daar Pays Bas van te maken. Toen ik er diplomatiek op wees dat Nederland op de kaart door de Noordzee verzwolgen was, werd de publicatie uit mijn handen gerukt en moest ik beloven er over te zwijgen. Het hogere belang van de IHEU deed mij dat beloven. Maar tegen het einde van mijn leven voel ik me eindelijk vrij om deze zonde op te biechten...
Naschrift:
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.
Naschrift: in mijn blog plaats ik onder andere conceptteksten voor mijn
memoires die eind 2016 als boek zullen verschijnen. Mijn eigen
blogteksten zal ik niet steeds als citaat aanhalen. Dat doe ik wel met
het aanhalen van eigen teksten die elders zijn verschenen, met
bronvermelding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten